Ondanks de duidelijk stap achteruit die Aston Martin dit F1-seizoen heeft gezet blijft Fernando Alonso veel vertrouwen hebben in het project van Aston Martin.
Vorig jaar werd vooral tijdens de eerste seizoenshelft de ene na de andere podiumplaats door Fernando Alonso behaald, van een podiumplaats kan Alonso dit seizoen alleen maar dromen. Aston Martin moet immers veel moeite doen om in de punten te finishen en het staat momenteel vijfde in de wk-tussenstand met slechts 73 punten en op ruime afstand van Mercedes dat vierde staat.
Fernando Alonso blijft ondanks de mindere periode die Aston Martin beleeft vertrouwen hebben in het project van Aston Martin, vooral omdat zich met volgend jaar een evolutie van de huidige wagens aandient en er in 2026 een ingrijpende reglementswijziging plaatsvindt waarbij er overgeschakeld wordt op motoren van nieuwe motorpartner Honda.
“Ik geniet van onze gezamenlijke reis,” aldus Alonso volgens ‘Motorsport Week’. “We willen kampioen worden. We willen volgend jaar competitief zijn en de grote kans in 2026 grijpen.”
“Het is niet het moment om gefrustreerd te zijn. Het is tijd om te genieten van het proces waarin we een topteam worden.”
Die grote stap vooruit moet er komen dankzij forse investeringen die het Britse merk de voorbije jaren deed. Zo werd er een nieuwe windtunnel en simulator gebouwd, beide moeten nog in gebruik genomen worden. Daarnaast zou ook de nieuwe samenwerking met Honda en brandstofpartner Aramco die speciale brandstof ontwikkeld voor een belangrijke stap vooruit moeten zorgen in 2026.
Alonso beschikt zelf nog over een meerjarige overeenkomst bij Aston Martin en hoopt ongetwijfeld om vooral in 2026 nog eens helemaal vooraan mee te kunnen strijden. Ondertussen beleeft Alonso echter samen met Aston Martin een erg moeilijke periode.
“Uiteindelijk zijn we niet blij met onze positie, dat staat vast,” vertelt Alonso daarover. “Maar in december zal er slechts één iemand blij zijn. Waarschijnlijk zal de rijder die tweede eindigt in Abu Dhabi meer gefrustreerd zijn dan mij, net als de derde en de vierde rijder.”
“Zo zit deze sport nu eenmaal in elkaar!”
