Nog goed 14 dagen en ze zijn hier : de Champcars. Breder en platter dan een F1 wagen, rijdend op methanol, met minder PK maar bijwijlen sneller onderweg dan een F1 wagen. Het zal knallen op Zolder want buiten de F1 wagens uit het turbotijdperk, die Zolder de laatste keer bezochten in 1984, zullen dit de krachtigste wagens zijn die ooit op Circuit Zolder rondgingen. Champcars? Voor de leek ziet het er allemaal een beetje hetzelfde uit. Banden en vleugels, kleurrijke bolides en veel lawaai. Ja, en snel gaat het ook! Doorgaans halen ze hogere topsnelheden dan F1 wagens. De marketingbabbel spreekt dan ook van "de Amerikaanse F1", en die vlag dekt voor Jan Modaal wel een beetje de lading. En over Jannen gesproken, er zal ook zeker al één Belg aan de start staan : Jan Heylen.
Hedendaagse Champcars hebben strenger gereglementeerde afmetingen dus minder vleugeltjes en aerodynamische tierlantijntjes dan de doorsnee Formule1 wagen. Voor ongeoefende ogen is dat allemaal redelijk subtiel. De belangrijkste verschillen zitten in de techniek. Over het algemeen worden de Champcars beschouwd als "minder technisch geavanceerd" dan Formule1 wagens. Ze hebben minder aerodynamische hulpmiddelen maar bieden tegelijk ook minder "rijdershulp" : launch control, stability control, traction control, semi-automatische of naadloze versnellingsbakken…. het is allemaal al jaar en dag verboden in de Champcar racerij.
De Amerikanen bevolken "het land van de vrijheid". Gelijke kansen voor iedereen staat hoog aangeschreven en dat weerspiegelt zich ook in hun sportief-technisch reglement. Alle rijders hebben de beschikking over dezelfde bolide : gemaakt door Panoz. Iedereen heeft ook dezelfde Ford motor : een V8 met longinhoud van 2,6-liter, maar wel met een turbo. En eveneens een lange traditie is dat Amerikaanse formulewagens rijden op methanol, een zeer brandbare vloeistof, een chemisch neefje van onze goede oude alcohol. Nadeel van methanol is dat zijn blauwig doorschijnende vlammen bijna onzichtbaar branden. Het voordeel is dat ze worden geblust met gewoon water en er aan de uitlaat enkel waterdamp uitkomt.
Maar er wordt ook heftig mee geraced. Zoals gezegd zijn Champcars iets breder en platter dan F1, ze zijn ook zwaarder en hun motor levert eerder koppel dan piekvermogen (goed 750 PPK). Maar ze rijden op echte slicks, profielloze racebanden die veel grip bieden. De rijders komen ook vanuit alle hoeken van de wereld. Champcars is immers een serie die een interessante markt bespeelt : de US of A, de grootste consument ter wereld. De zitjes zijn goedkoper dan in de F1 en vooral, er zijn er meer beschikbaar voor rijders die een budget weten aan te brengen. Vele rijders gebruikten dan ook de Champcars (of de vroegere CART) als springplank naar de F1, of ook als wachtkamer in hun carriére. Zo kwamen en gingen namen als Jacques Villeneuve, Ricardo Zonta, Alex Zanardi, Nigel Mansell, Juan Pablo Montoya, Cristiano Da Matta, Mark Blundell en vele vele anderen heen en weer tussen de "Amerikaanse" Formule 1 en het F1 wereldkampioenschap. Anderen kozen resoluut voor een carriére in de Champcars zoals Dario Franchitti, Mario Haberfeld, Bruno Junqueira of Paul Tracy. Ooit stonden zij aan de poorten van de F1 maar wendden het steven uiteindelijk naar Amerikaanse bodem. Geheel onbekend zal de klas van 2007 bij het publiek niet overkomen. Immers, uit de F1 kennen we nog ex-Minardi en Jaguarrijder Justin Wilson, ex-Red Bull rijder Robert Doornbos en oudgediende Roberto Moreno (ex-Benetton). Kampioenschapsleider Sebastien Bourdais heeft net een deal rond om volgend seizoen Toro Rosso te vervoegen in de F1. En hou verder Tracy, Dominguez en Rahal bijvoorbeeld in het oog. Zij zijn echte rijders die door en door uit de Amerikaanse tak van de autosport zijn gegroeid.
Het wordt dus een serieus racefeest binnen twee weken op Zolder, ééntje dan wel in Amerikaanse stijl. Het publiek zal verwend worden want "hospitality" staat ook hoog