Extractieteam B-MET oefent bij Stroek Motorsport

De zware crashes van Kubica in Montreal en van Viso in de GP2 op Magny Cours drukten ons weer met de neus op de feiten: autosport is en blijft gevaarlijk en onberekenbaar. Het is bij deze gelegenheden dat er mensen op de voorgrond treden die liefst aan de zijlijn zouden blijven staan: de interventieploegen op en naast het circuit. Op elk autosportevenement zijn ze aanwezig. Ook op de circuits van ons eigen Belgenlandje. Van de glamour en glitter aan de top van de F1 naar de opstapklasses als de Formule Renault of de gentlemanracers van de Belcar, het is slechts een kleine stap.

“Of het nu Schumacher in zijn F1-wagen is of de bakker van op de hoek die als amateurracer crasht, alle piloten dienen op dezelfde manier uit hun gecrashte wagen te worden gehaald”. Aan het woord is Filip Nijs, lid van het (Belgische) extractieteam B-MET, dat voornamelijk opereert op Spa-Francorchamps. Belgischer dan dat kan je niet worden. Gecrashte piloten worden met de grootste omzichtigheid benaderd. De missie van het team is op de eerste plaats de eventuele opgelopen verwondingen niet erger te maken door de piloot uit zijn voertuig te halen. Verder dient er natuurlijk opgepast dat een zogenaamde “extractie” geen bijkomende verwondingen maakt.

De piloot wordt ontdaan van de beschermende HANS (Head And Neck Safety-device) en van de helm en brandwerende kap. Hoofd en nek worden gestabiliseerd en een korset onder de piloot in de cockpit gegleden. Dan wordt de piloot ingesnoerd in diverse gordels om dan in één vlot manoeuver roerloos uit de wagen te worden getild. Eens dit is gebeurd kan de medische ploeg eventueel op veilige afstand de piloot verzorgen of stabiliseren voor transport. Een hele procedure die niet altijd even evident is. Bij een racewagen past de piloot alleen al ternauwernood in de cockpit. Wanneer een zeskoppige extractieploeg dan nog over de hele wagen klautert wordt het echt claustrofobisch.

Een dokter begeleidt de ploeg. De rest zijn jonge en enthousiaste vrijwilligers, gesterkt door enkele oude rotten in het vak. Bestuursleden William Vanpuyenbroek en Filip Nijs kunnen de straffe verhalen aan elkaar rijgen: de ontmoeting met Hakkinen in de mannen-wc, interventies op F1-wagens, overstroomde delen van het circuit, de arrogantie van sommige toppiloten en zware crashes als die van Danielsson in de World Series 2006 of die van Burti in de Grote Prijs van 2001.

“We hebben onlangs eens een oefenextractie gedaan in goed twee-en-een-half minuut” vertelt Leen,”Natuurlijk, dat was op een gewone personenwagen en dat scheelt toch wel wat met een racewagen waar de rolkooi soms danig de manoeuvers bemoeilijkt.” Nijs vervolgt : “We zijn net terug van een oefening op de PK Carsport Corvette Z06 verleden week. Oefening op diverse soorten van wagens blijft de sleutel tot succesvolle interventies. Daarom zijn we ook altijd blij met gelegenheden als deze waarbij we kunnen oefenen met de echte wagens die ook echt worden gebruikt in de races.” We bevinden ons immers in een loods nabij Eindhoven, Nederland. Martijn Stroek (teambaas) en William Watté (PR verantwoordelijke) van Stroek Motorsport zijn diegenen die B-MET zulke kans aanbieden. Teamleden komen een kijkje nemen en ook de regionale pers scharrelt gretig verhalen op. De wagen is een Formule Renault 1600 zoals die wordt gebruikt in de Belgische competitie. Martijn Stroek runt een wagen voor Kevin Demaerschalk en runt tevens de wagen van Talent Promotion. Eigenaar is William Watté die via zijn bedrijf Talent Promotion jonge talenten begeleidt in de autosport. Zijn nieuwe poulain is Yannick Roggeman maar die is niet aanwezig. Diverse leden van het B-MET team en van de omstaanders fungeren dus achtereenvolgens als “slachtoffer”. Ook Willam Watté laat zich “extracten” en medewerkers van het team van Stroek Motorsport proberen zelf mee te werken aan een extractie onder aanwijzingen van de oudgedienden. Er wordt het ene en het andere vastgelegd op video en fototoestellen klikken veelvuldig. Altijd handig als “didactisch materiaal” later, zulke filmpjes en een resem foto’s.

“Alles is vrijwilligerswerk, quasi onbezoldigd. Met de onkostenvergoeding komen we maar net toe om de mensen te logeren en om wat broodjes en drank te voorzien. Sponsors vinden we zeer moeilijk. Niemand wil zijn naam verbinden aan een team dat slechts in beeld komt wanneer de dingen goed fout zijn gegaan. En ja, we zoeken uiteraard altijd vrijwilligers. Ieder van ons heeft ook nog een voltijdse dagtaak en voor elke oefening of opdracht moeten er voldoende mensen zich kunnen vrijmaken. Met hoe meer mensen we zijn, hoe makkelijker die beurtrol wordt natuurlijk.”

Na een zestal gesimuleerde extracties zit de voormiddag er op. B-MET zakt weer af naar België. Net genoeg tijd om even thuis te passeren want de eersten van het team zullen maandagavond alweer present zijn op Spa-Francorchamps waar de F1-testritten beginnen op dinsdagmorgen. Donderdag wordt het team daar afgelost door een ander interventieteam. Ieder van deze vrijwilligers levert dus zo op zijn manier zijn bijdrage tot een mondiale show als de Formule 1. Al blijft het ideale scenario liever dat we hen nooit of te nimmer in actie hoeven te zien.
De zware crashes van Kubica in Montreal en van Viso in de GP2 op Magny Cours drukten ons weer met de neus op de feiten: autosport is en blijft gevaarlijk en onberekenbaar. Het is bij deze gelegenheden dat er mensen op de voorgrond treden die liefst aan de zijlijn zouden blijven staan: de interventieploegen op en naast het circuit.
a:1:{s:9:”file_name”;s:18:”b-met_oefening.jpg”;}
Op elk autosportevenement zijn ze aanwezig. Ook op de circuits van ons eigen Belgenlandje. Van de glamour en glitter aan de top van de F1 naar de opstapklasses als de Formule Renault of de gentlemanracers van de Belcar, het is slechts een kleine stap.

“Of het nu Schumacher in zijn F1-wagen is of de bakker van op de hoek die als amateurracer crasht, alle piloten dienen op dezelfde manier uit hun gecrashte wagen te worden gehaald”. Aan het woord is Filip Nijs, lid van het (Belgische) extractieteam B-MET, dat voornamelijk opereert op Spa-Francorchamps. Belgischer dan dat kan je niet worden. Gecrashte piloten worden met de grootste omzichtigheid benaderd. De missie van het team is op de eerste plaats de eventuele opgelopen verwondingen niet erger te maken door de piloot uit zijn voertuig te halen. Verder dient er natuurlijk opgepast dat een zogenaamde “extractie” geen bijkomende verwondingen maakt.

De piloot wordt ontdaan van de beschermende HANS (Head And Neck Safety-device) en van de helm en brandwerende kap. Hoofd en nek worden gestabiliseerd en een korset onder de piloot in de cockpit gegleden. Dan wordt de piloot ingesnoerd in diverse gordels om dan in één vlot manoeuver roerloos uit de wagen te worden getild. Eens dit is gebeurd kan de medische ploeg eventueel op veilige afstand de piloot verzorgen of stabiliseren voor transport. Een hele procedure die niet altijd even evident is. Bij een racewagen past de piloot alleen al ternauwernood in de cockpit. Wanneer een zeskoppige extractieploeg dan nog over de hele wagen klautert wordt het echt claustrofobisch.

Een dokter begeleidt de ploeg. De rest zijn jonge en enthousiaste vrijwilligers, gesterkt door enkele oude rotten in het vak. Bestuursleden William Vanpuyenbroek en Filip Nijs kunnen de straffe verhalen aan elkaar rijgen: de ontmoeting met Hakkinen in de mannen-wc, interventies op F1-wagens, overstroomde delen van het circuit, de arrogantie van sommige toppiloten en zware crashes als die van Danielsson in de World Series 2006 of die van Burti in de Grote Prijs van 2001.

“We hebben onlangs eens een oefenextractie gedaan in goed twee-en-een-half minuut” vertelt Leen,”Natuurlijk, dat was op een gewone personenwagen en dat scheelt toch wel wat met een racewagen waar de rolkooi soms danig de manoeuvers bemoeilijkt.” Nijs vervolgt : “We zijn net terug van een oefening op de PK Carsport Corvette Z06 verleden week. Oefening op diverse soorten van wagens blijft de sleutel tot succesvolle interventies. Daarom zijn we ook altijd blij met gelegenheden als deze waarbij we kunnen oefenen met de echte wagens die ook echt worden gebruikt in de races.” We bevinden ons immers in een loods nabij Eindhoven, Nederland. Martijn Stroek (teambaas) en William Watté (PR verantwoordelijke) van Stroek Motorsport zijn diegenen die B-MET zulke kans aanbieden. Teamleden komen een kijkje nemen en ook de regionale pers scharrelt gretig verhalen op. De wagen is een Formule Renault 1600 zoals die wordt gebruikt in de Belgische competitie. Martijn Stroek runt een wagen voor Kevin Demaerschalk en runt tevens de wagen van Talent Promotion. Eigenaar is William Watté die via zijn bedrijf Talent Promotion jonge talenten begeleidt in de autosport. Zijn nieuwe poulain is Yannick Roggeman maar die is niet aanwezig. Diverse leden van het B-MET team en van de omstaanders fungeren dus achtereenvolgens als “slachtoffer”. Ook Willam Watté laat zich “extracten” en medewerkers van het team van Stroek Motorsport proberen zelf mee te werken aan een extractie onder aanwijzingen van de oudgedienden. Er wordt het ene en het andere vastgelegd op video en fototoestellen klikken veelvuldig. Altijd handig als “didactisch materiaal” later, zulke filmpjes en een resem foto’s.

“Alles is vrijwilligerswerk, quasi onbezoldigd. Met de onkostenvergoeding komen we maar net toe om de mensen te logeren en om wat broodjes en drank te voorzien. Sponsors vinden we zeer moeilijk. Niemand wil zijn naam verbinden aan een team dat slechts in beeld komt wanneer de dingen goed fout zijn gegaan. En ja, we zoeken uiteraard altijd vrijwilligers. Ieder van ons heeft ook nog een voltijdse dagtaak en voor elke oefening of opdracht moeten er voldoende mensen zich kunnen vrijmaken. Met hoe meer mensen we zijn, hoe makkelijker die beurtrol wordt natuurlijk.”

Na een zestal gesimuleerde extracties zit de voormiddag er op. B-MET zakt weer af naar België. Net genoeg tijd om even thuis te passeren want de eersten van het team zullen maandagavond alweer present zijn op Spa-Francorchamps waar de F1-testritten beginnen op dinsdagmorgen. Donderdag wordt het team daar afgelost door een ander interventieteam. Ieder van deze vrijwilligers levert dus zo op zijn manier zijn bijdrage tot een mondiale show als de Formule 1. Al blijft het ideale scenario liever dat we hen nooit of te nimmer in actie hoeven te zien.

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email
Print