Giovanna Amati: De laatste vrouw in de Formule 1

Op 20 juli 1962 wordt te Rome Giovanna Amati geboren. Haar vader, een welstellende industrieel, en moeder (actrice) interesseren zich voor geen cent in de
autosport. Nee, hun dochter gaat later trouwen en mooi thuisblijven om voor het huishouden te zorgen. Maar Giovannas passie voor de racerij is te groot. Als ze 13 jaar oud is, is ze vaak terug te vinden op het circuit van Vallelunga, kijkend naar de races maar vooral hopend dat ze zelf ooit in zo’n bolide kan stappen. Dankzij de steun van haar goede vriend Elio de Angelis (voormalig F1-coureur) zet Amati op 18-jarige leeftijd de stap om zelf te gaan racen. Haar
ouders zijn nog altijd niet te vinden voor de plannen van hun avontuurlijke dochter maar Giovanna zet door en rijdt Formula Italia, een Formule Ford kampioenschap. Nadat ze een raceschool doorlopen heeft, gaat ze clubraces rijden. Na 3 jaar Formula Fiat, begint het echte werk.

In ’85 en ’86 neemt ze deel aan het prestigieuze Italiaanse Formule 3 kampioenshap en in haar 2e jaar weet ze zelfs éénmaal te
zegevieren. De F3000-teambazen krijgen interesse in de Romeinse snelheidsduivel en zo maakt Amati in 1988 haar debuut in de F3000, destijds dé opstapklasse naar de F1. Zo moet ze het in deze klasse opnemen tegen ‘jongens’ als H.H. Frentzen, Jean Alesi, Eddie Irvine, … Tussen ’88 en ‘91 rijdt ze in totaal 14 races in de F3000(Europees) en rijdt ze ook nog een jaartje F3000 in Japan. Spijtig genoeg moet Giovanna het steeds doen met een niet-competitieve wagen. Ze kan slecht éénmaal imponeren: bij haar debuut laat ze haar ware talent zien. Ondanks dat ze de baan en haar wagen niet kent kwalificeert ze zich op de 5e startrij! Een unieke prestatie die Amati niet te danken had aan haar monteurs maar aan haar sympathieke collega Pierluigi Martini, die haar centimeter per centimeter het circuit uitlegde.
Amati kwalificeert zich die dag voor Martini. De volgende dag weet ze Jean Alesi een hele race achter zich te houden. Maar nadien gaat het bergaf met de prestaties van de Romeinse.

Net dan krijgt Amati een zitje aangeboden in de koningsklasse van de autosport: de Formule 1! Bernie Ecclestone, destijds de teambaas van het noodlijdende Brabham weet Amati
te overtuigen voor zijn team te komen rijden. Maar in feite is het niet meer dan een publiciteitsstunt van de geslepen Ecclestone om sponsors aan te trekken. Omdat het contract pas vlak voor de 1ste GP wordt ondertekend, arriveert Amati zonder enige ervaring in het Zuid-Afrikaanse Kyalami, de seizoensopener van 1992. Zonder ook maar één testrit of zelfs nog maar een op maat gemaakt zitje moet ze proberen haar Brabham BT60B te kwalificeren.
De BT60B is een verouderde wagen die voor geen meter rijdt en haar gebrek aan ervaring wordt haar fataal. Amati rijdt de 30ste en laatste tijd en mag dus niet deelnemen aan de race.
Daarbij krijgt ze dan ook nog een pak slaag van haar teamgenoot Eric van de Poele. ’Kuifje’ is bijna 4 seconden sneller.

Ook in de volgende 2 races in Mexico en Brazilië lukt het haar niet om de startgrid te halen. Maar het feit dat ook van de Poele zich slechts zelden kwalificeert zegt veel over de wagen. Na de race in Brazilië zit Amati’s F1-carrière erop. Voor de Romeinse een ware verlossing. Ze kreeg het hard te verduren van de media en ook haar collega’s waren niet bepaald verheugd met haar komst. Zo liet de anders immer sympathieke Jean Alesi zich ontvallen: “de Formule 1 is de Formule 1 niet meer, als nu ook al vrouwen mogen meedoen.” Anderen zeiden : “logisch dat ze niet kan rijden, ze is een vrouw.”Slechts 1 piloot heette haar welkom in de harde wereld van de Formule 1: Ayrton Senna. Ook Amati’s vervanger Damon Hill wereldkampioen ’96) moet meestal toekijken op zondag. Daarbij word hij ook ingemaakt door de razendsnelle Belg, meer dan eens zet van de Poele Hill op een seconde.

Na haar korte F1-carrière rijdt Amati voornamelijk GT. Zo wordt ze in 1993 Europees kampioen Porsche SuperCup bij de vrouwen en in ’99 word ze 3de in haar klasse in de ISRS-serie, een kampioenschap voor sportprototypes. Ook rijdt ze een jaar Ferrari-challenge en neemt ze enkele malen deel aan de prestigieuze kartrace “De Elf Masters” te Bercy.

Een overzicht van Amati’s voorgangsters

Maria-Teresa de Filippis (Italië, 1958-1959)
Grand Prix : 5
Wagens : Maserati 250F, Behra-Porsche
Niet-gekwalificeerd : 2
Beste Klassering : 10de (GP België 1958)

Lella Lombardi (Italië, 1974-1976)
Grand Prix : 17
Wagens : Brabham-Ford, March-Ford, Williams-Ford, Brabham-Alfa
Niet-gekwalificeerd : 5
Beste Klassering : 6de (GP Spanje 1975)

Divina Galica (Groot-Britannië, 1976-1978)
Grand Prix : 3
Wagens : Surtees-Ford TS 19, Hesketh 308E-Ford
Niet gekwalificeerd : 3
Beste Klassering : /

Desiré Wilson (Zuid-Afrika, 1980)
Grand Prix : 1
Wagens : Williams-Ford FW07
Niet-gekwalificeerd : 1
Beste Klassering : /

De enige vrouw die tegenwoordig op hoog niveau racet is de Amerikaanse Sarah Fisher. Fisher rijdt sinds vorig jaar in de Indy Racing League (de tegenhanger van de CART).Dankzij enkele goede prestaties in deze klasse mocht Fisher even een F1-bolide besturen. De vrijdag voor de Grand Prix van Indianapolis 2002 mocht ze , om het publiek te entertainen, enkele rondjes rijden met de Mclaren. De kans dat Fisher ooit ‘echt’ Formule 1 gaat rijden is echter zo goed als
onbestaande.
Op 20 juli 1962 wordt te Rome Giovanna Amati geboren.
a:0:{}
Haar vader, een welstellende industrieel, en moeder (actrice) interesseren zich voor geen cent in de autosport. Nee, hun dochter gaat later trouwen en mooi thuisblijven om voor het huishouden te zorgen. Maar Giovannas passie voor de racerij is te groot. Als ze 13 jaar oud is, is ze vaak terug te vinden op het circuit van Vallelunga, kijkend naar de races maar vooral hopend dat ze zelf ooit in zo’n bolide kan stappen. Dankzij de steun van haar goede vriend Elio de Angelis (voormalig F1-coureur) zet Amati op 18-jarige leeftijd de stap om zelf te gaan racen. Haar ouders zijn nog altijd niet te vinden voor de plannen van hun avontuurlijke dochter maar Giovanna zet door en rijdt Formula Italia, een Formule Ford kampioenschap. Nadat ze een raceschool doorlopen heeft, gaat ze clubraces rijden. Na 3 jaar Formula Fiat, begint het echte werk.

In ’85 en ’86 neemt ze deel aan het prestigieuze Italiaanse Formule 3 kampioenshap en in haar 2e jaar weet ze zelfs éénmaal te
zegevieren. De F3000-teambazen krijgen interesse in de Romeinse snelheidsduivel en zo maakt Amati in 1988 haar debuut in de F3000, destijds dé opstapklasse naar de F1. Zo moet ze het in deze klasse opnemen tegen ‘jongens’ als H.H. Frentzen, Jean Alesi, Eddie Irvine, … Tussen ’88 en ‘91 rijdt ze in totaal 14 races in de F3000(Europees) en rijdt ze ook nog een jaartje F3000 in Japan. Spijtig genoeg moet Giovanna het steeds doen met een niet-competitieve wagen. Ze kan slecht éénmaal imponeren: bij haar debuut laat ze haar ware talent zien. Ondanks dat ze de baan en haar wagen niet kent kwalificeert ze zich op de 5e startrij! Een unieke prestatie die Amati niet te danken had aan haar monteurs maar aan haar sympathieke collega Pierluigi Martini, die haar centimeter per centimeter het circuit uitlegde.
Amati kwalificeert zich die dag voor Martini. De volgende dag weet ze Jean Alesi een hele race achter zich te houden. Maar nadien gaat het bergaf met de prestaties van de Romeinse.

Net dan krijgt Amati een zitje aangeboden in de koningsklasse van de autosport: de Formule 1! Bernie Ecclestone, destijds de teambaas van het noodlijdende Brabham weet Amati
te overtuigen voor zijn team te komen rijden. Maar in feite is het niet meer dan een publiciteitsstunt van de geslepen Ecclestone om sponsors aan te trekken. Omdat het contract pas vlak voor de 1ste GP wordt ondertekend, arriveert Amati zonder enige ervaring in het Zuid-Afrikaanse Kyalami, de seizoensopener van 1992. Zonder ook maar één testrit of zelfs nog maar een op maat gemaakt zitje moet ze proberen haar Brabham BT60B te kwalificeren.
De BT60B is een verouderde wagen die voor geen meter rijdt en haar gebrek aan ervaring wordt haar fataal. Amati rijdt de 30ste en laatste tijd en mag dus niet deelnemen aan de race.
Daarbij krijgt ze dan ook nog een pak slaag van haar teamgenoot Eric van de Poele. ’Kuifje’ is bijna 4 seconden sneller.

Ook in de volgende 2 races in Mexico en Brazilië lukt het haar niet om de startgrid te halen. Maar het feit dat ook van de Poele zich slechts zelden kwalificeert zegt veel over de wagen. Na de race in Brazilië zit Amati’s F1-carrière erop. Voor de Romeinse een ware verlossing. Ze kreeg het hard te verduren van de media en ook haar collega’s waren niet bepaald verheugd met haar komst. Zo liet de anders immer sympathieke Jean Alesi zich ontvallen: “de Formule 1 is de Formule 1 niet meer, als nu ook al vrouwen mogen meedoen.” Anderen zeiden : “logisch dat ze niet kan rijden, ze is een vrouw.”Slechts 1 piloot heette haar welkom in de harde wereld van de Formule 1: Ayrton Senna. Ook Amati’s vervanger Damon Hill wereldkampioen ’96) moet meestal toekijken op zondag. Daarbij word hij ook ingemaakt door de razendsnelle Belg, meer dan eens zet van de Poele Hill op een seconde.

Na haar korte F1-carrière rijdt Amati voornamelijk GT. Zo wordt ze in 1993 Europees kampioen Porsche SuperCup bij de vrouwen en in ’99 word ze 3de in haar klasse in de ISRS-serie, een kampioenschap voor sportprototypes. Ook rijdt ze een jaar Ferrari-challenge en neemt ze enkele malen deel aan de prestigieuze kartrace “De Elf Masters” te Bercy.

Een overzicht van Amati’s voorgangsters

Maria-Teresa de Filippis (Italië, 1958-1959)
Grand Prix : 5
Wagens : Maserati 250F, Behra-Porsche
Niet-gekwalificeerd : 2
Beste Klassering : 10de (GP België 1958)

Lella Lombardi (Italië, 1974-1976)
Grand Prix : 17
Wagens : Brabham-Ford, March-Ford, Williams-Ford, Brabham-Alfa
Niet-gekwalificeerd : 5
Beste Klassering : 6de (GP Spanje 1975)

Divina Galica (Groot-Britannië, 1976-1978)
Grand Prix : 3
Wagens : Surtees-Ford TS 19, Hesketh 308E-Ford
Niet gekwalificeerd : 3
Beste Klassering : /

Desiré Wilson (Zuid-Afrika, 1980)
Grand Prix : 1
Wagens : Williams-Ford FW07
Niet-gekwalificeerd : 1
Beste Klassering : /

De enige vrouw die tegenwoordig op hoog niveau racet is de Amerikaanse Sarah Fisher. Fisher rijdt sinds vorig jaar in de Indy Racing League (de tegenhanger van de CART).Dankzij enkele goede prestaties in deze klasse mocht Fisher even een F1-bolide besturen. De vrijdag voor de Grand Prix van Indianapolis 2002 mocht ze , om het publiek te entertainen, enkele rondjes rijden met de Mclaren. De kans dat Fisher ooit ‘echt’ Formule 1 gaat rijden is echter zo goed als
onbestaande.