Monaco Special: Maxi-race in mini-verpakking

Onze reporter en huisfotograaf Steven Peeters trok naar Monaco om de race te bewonderen en kwam terug met een sterk verhaal over glitter & glamour, exclusieve auto’s en het de meest onwaarschijnlijke race op de kalender.
Wie ooit al in Monaco is geweest zal kunnen beamen dat dit kleine stadsstaatje met zijn 33.000 inwoners een heksenketel is. Aangezien de oppervlakte van het op één na kleinste onafhankelijke land ter wereld (enkel Vaticaanstad is kleiner) slechts 2km² bedraagt wonen er dus zo’n 16.500 mensen per km²! Dat maakt het meteen het dichtstbevolkte land ter wereld en de meest onwaarschijnlijke plek om ook nog eens een Formule-1 race met duizenden supporters te houden.

image

Het begint zo’n zes weken op voorhand, wanneer ze beginnen met het opstellen van de afbakening en het heraanleggen van enkele stukken asfalt. Elk jaar wordt zo’n 1/3 van het volledige circuit opnieuw geasfalteerd. Dit jaar was het stuk van aan La Piscine tot aan Ste. Devote aan de beurt. In Monaco worden kosten noch moeite gespaard om van de Grand Prix een spetterend feest te maken.

Maar is dit ook wel een feest voor de supporters die afzakken naar de race, zoals ikzelf? Als je iemand vertelt dat je naar dit belastingparadijs reist krijg je meestal reacties gaande van “ochot, ge zie waar het geld zit”, tot “moogde daar wel binnen zonder Ferrari?”. Feit is en blijft dat Monaco niet goedkoop is. Alhoewel, als je gaat winkelen in de Carrefour (de enige ‘grote’ supermarkt in Monaco) en gaat eten in McDonalds of Stars’n’Bars valt het leven van een toeschouwer er best wel mee.

Hotels, dat is het probleem. Aangezien dit een speeltuin voor de rijken is zijn de meeste hotels buiten categorie. Er is een Novotel vlakbij waar ik verbleef, maar daar zaten de meeste teamleden. De meeste toeschouwers die afzakken naar de race verblijven dan ook in Beausoleil (de Franse gemeente die aan Monaco grenst) of in de steden vlakbij Monaco, zoals Nice, Menton en Cannes.

Ikzelf had het geluk dat ik op bezoek kon bij een oude vriendin, die samen is met een Monegask, en die ook in Beausoleil wonen. Zij kennen Monaco door en door en lieten me dan ook de plekjes zien waar anderen nooit komen, en als kers op de taart hadden ze nog een een verrassing voor me in petto op zondag, maar daar kom ik straks op terug.

Ok, dus je hebt een hotel, en je gaat op donderdag naar de eerste vrije training. Het eerste geluk dat je hebt is dat tijdens de Grand Prix de bussen in het ‘land’ gratis zijn. Maar dan ben je er nog niet. Het probleem is dat het verschil tussen het hoogste en het laagste punt van Monaco zo’n 160 meter is (woontorens niet meegerekend), dus je hebt best een goede conditie als je door Monaco wil wandelen. Voor iedereen die ooit naar deze Grand Prix wil komen heb ik dan ook een gouden tip: ‘Ascenseur Public’ is het toverwoord. Overal in Monaco vind je publieke liften die je een fikse wandeling kunnen besparen.

Voor de inwoners van Monaco is het raceweekend overigens een ramp: het stuk dat de rechte lijn vormt is een belangrijke verkeersader in Monaco, en met de auto rijden hier is dan ook een ramp als het circuit afgesloten is. Zelfs met de scooter (waar de meeste inwoners trouwens op rijden) is er bijna geen doorkomen aan. De toeschouwers zelf zullen hier niet zo heel veel van merken, want alles ligt toch op wandelafstand.

En dan komen we bij het beste deel aan de Grand Prix van Monaco: betaalbaarheid. Ok, toegegeven, de prijs voor een broodje of een drankje rond het circuit is niet goedkoop, maar dat geldt voor elke wedstrijd. Het zijn de tickets die de moeite zijn. Ik besloot op donderdag te kiezen voor tribune X2, die aan de rechte lijn ligt net na de laatste bocht. Dit is echter geen aanrader, aangezien er geen videoscherm is en je dus amper iets ziet. Dit ticket kost 60€, maar voor tien € meer zit je op de beste tribunes (al waren enkele wel al uitverkocht). Aanraders zijn tribunes K (aan Tabac) en tribunes T (tussen La Piscine en Rascasse, tegenover de pitstraat).

Wat wél erg belangrijk is, méér dan op eender welk ander cicruit, is gehoorbescherming. Het is absoluut niet aan te raden naar Monaco te gaan zonder je te voorzien van gehoorbescherming, want na amper een halfuur ben je bijna doof. Monaco is gebouwd tegen een berg, en staat vol betonnen appartementsgebouwen en dat maakt Monaco een klankkast. Het geluid weerkaatst op zo veel plaatsen dat je kilometers ver de wagens kan horen.

Er is dit seizoen trouwens al veel gesproken over het verschil in motorgeluiden tussen de Lotus-Renault GP en de andere wagens. En dat klopt ook. De zijdelingse uitlaat heeft een vreemde ‘roffel’ die je op geen andere wagen hoort. Maar veruit de luidste en vreselijkste wagen is de Hispania. Die is zo luid en klinkt zo schel van dichtbij dat je oren echt beginnen te ‘tuuten’. Opmerkzaam was ook het gebruik van DRS tijdens de vrije trainingen. Niet alle teams gebruikten dit systeem op de rechte lijn, waarschijnlijk om de verschillende set-ups te testen.

En wat doet een mens ‘s avonds dan in Monaco? Feesten natuurlijk! Ik besloot om naar La Rascasse te gaan, het restaurant/danscafé met livemuziek dat zijn naam leende aan de beroemde bocht die er rond loopt. Tijdens het GP-weekend zijn er hier spetterende optredens en live-acts met mooie dames, vuurwerk, confetti en veel drank. Wat ongelofelijk vreemd is, en ongezien op eender welk ander circuit, is dat het circuit gebruikt wordt als terras. Dat is niet zo onlogisch, aangezien de meeste cafés (die onder de pitstraat liggen) de ruimte waar het circuit loopt ook effectief gebruiken als terrasruimte doorheen het jaar. Dus als je een lekker glaasje Moët & Chandon champagne, of een Energy Drink van Lamborghini wil drinken terwijl je op een terras op het circuit zit, moet je in Monaco zijn. Overdag brullende V8’s, ‘s avonds loeiende muziek, dat is Monaco.

image

Laat je wel niet afschrikken door de prijzen, want feesten in Monaco is niet zo goedkoop als een pintje pakken bij ons in België. Een biertje kost hier al gauw 6€, en wil je een Vodka-Red Bull, dan ben je gemakkelijk 15€ kwijt. Maar, dan bevind je jezelf ook wel in het centrum van Monaco, en tussen de glitter en de glamour, waar wij Belgen ons vrij snel misplaatst zullen voelen.

Al dat feesten heeft ook een prijs, niet alleen voor de feestende massa, maar ook voor de kuisdiensten van Monaco. Rond 4 uur in de ochtend beginnen die het hele circuit proper te maken met veegmachines om sigarettenpeuken, plastieken bekertjes, servetten, glasscherven en andere vetzakkerij op te ruimen. Tegelijkertijd installeren ze ook terug de afsluitingen om het circuit tegen 7 uur af te kunnen sluiten voor het doorgaande verkeer (dat na 19 uur gewoon weer op het circuit mag rijden).

Op vrijdag is er enkel de Porsche Supercup en de GP2, waardoor je in de namiddag ook weer gewoon over het circuit kan rijden. Dat heb ik dan ook gedaan, maar stel je er niet teveel bij voor, want het gedeelte van aan de tunnel tot La Rascasse blijft afgesloten voor verkeer, en je staat voortdurend in de file. Dus al wie er van droomt om met zijn eigen wagen een ‘snel’ rondje af te leggen zal bedrogen uitkomen. Daarvoor kom je beter op een ander tijdstip in het jaar.

Zo heb ik 2 jaar geleden de kans gehad om met een huurwagen het volledige circuit af te rijden. Tijdens mijn wandeling over de Rue de Grimaldi kwam ik overigens ook Boutsen Aviation tegen (waarover een special staat in de P-Magazine van deze week), waar een volledige Williams F1-wagen binnen hangt. En toen ik ’s avonds naar de Carrefour ging om te winkelen, kwam ik Ross Brawn tegen. En om het feest helemaal compleet te maken reed ik op de terugweg voorbij de filmwagen van Top Gear, met daarin Jeremy Clarkson. Niet dat je die mensen zomaar lastigvalt, maar net als wij moeten ook zij gewoon inkopen doen of in de file staan…

Zaterdag, kwalificatiedag. Tijd om naar Le Rocher te gaan! Ik heb gekozen voor staanplaatsen op de rots van Monaco waar ook het prinselijk paleis staat. Dit is het oude gedeelte van Monaco, dat uitkijkt over de haven en tussen de twee havens van Monaco ligt. De Secteur Rocher ligt aan de kant van La Rascasse/Anthony Noghès en kijkt uit op de rechte lijn, de laatste bocht én een videoscherm. En best van al is dat je zicht hebt op een videoscherm. Dat alles heb je voor 40€ voor een hele dag (VT3 en kwalificaties). En wil je de sfeer van een voetbalwedstrijd? Dan moet je hier zijn. De meeste supporters op de Rocher zijn van Engelse of Italiaanse oorsprong, en zijn voorzien van voetbalhoorns, vlaggen en klapstoeltjes. De sfeer is ongelofelijk, ondanks de hoge temperaturen en de felle zon.

Na de crash van Sergio Perez in de Sauber hield iedereen even de adem in. Op het videobeeld konden we volgen dat hij uit de wagen werd gehaald, en toen de ambulance voorbij La Rascasse kwam en voor onze neus van het circuit reed, begon iedereen te applaudiseren, en de meesten stonden ook recht (indien ze neerzaten). Je had echt een gevoel van solidariteit en samenhorigheid. Hier staan de echte fans, de mensen die echt meeleven met de F1. De Secteur Rocher is daarom onmiskenbaar één van de leukste plaatsen waar je de F1 kan volgen in Monaco.

image

Op de racedag had ik echter een ander plaatsje, eentje waar weinigen van kunnen profiteren, en waarbij ik het geluk had mensen van daar te kennen. Op zondag stond ik op een terras aan Ste. Devote, met een magnifiek zicht op de gelijknamige eerste bocht (de bocht is vernoemd naar een klein kerkje dat achterin ligt), de Avenue d’Ostende (het steile stuk omhoog richting Casino), en het uitkomen van de Tunnel, La Nouvelle Chicane en Tabac. Al bij al een ruim zicht dus. Het appartement lag dan ook op de 12e etage, en heeft ook als voordeel dat je alle actie ook nog via televisie kan volgen. Het appartement gaf me de gelegenheid mooie foto’s te nemen, maar dat was op Le Rocher eigenlijk ook het geval.

De race zelf vliegt voorbij, en het is moeilijk om te volgen, omdat je op je TV bijna alles ziet, maar op het terras heb je eigenlijk geen flauw idee wat er allemaal gaande is. Ik had ook geen live timing, dus was bijvoorbeeld niet op de hoogte wat er met Mark Webber gebeurd was tijdens diens eerste pitstop, of hoe het kwam dat we Michael Schumacher ineens niet meer zagen passeren. Desalniettemin hadden we vanop het terras zicht op een sterk staaltje ‘wagen opruimen’ door de Monegaskische marshalls.

Toen de wagen van Pastor Maldonado in Ste. Devote in de bandenstapel stak, duurde het amper een minuut eer het wrak opgeruimd was. De snelheid waarmee ze dit uitvoerden was fenomenaal. Wat je niet op TV zag, maar wij wel, was dat de wagen van Maldonado nog boven de bocht zweefde toen Vettel terug voorbij kwam. Vijf seconden later stond de Williams op een speciaal daarvoor voorziene stelling naast de bandenstapel. Ongelofelijk wat het veiligheidspersoneel in Monaco toch weer altijd uit zijn mouw schudt.

image

Van zodra de race gedaan was begonnen de baancommissarissen de vangrails al terug te verwijderen, om de doorstroming van het verkeer terug te herstellen. En twee uur na de race kon je alweer naar de talloze feestjes in de bars die naast en op het circuit liggen.

De kers op de taart waar ik over sprak, was een boottochtje met de speedboot van mijn vrienden, die op de steiger naast het Red Bull Energy Station lag. We vertrokken voor een tochtje op zee, tussen de talloze jachten die niet meer in de haven pasten. Met een ondergaande zon was het zicht op Monaco prachtig. Wederom iets waar de gemiddelde toeschouwer geen kans toe krijgt, en een kleine kans voor mij om te delen in de glitter en glamour die de Grand Prix met zich meebrengt.

Al moet gezegd worden dat voor de échte glitter en glamour je best toch wel over een goedgevulde portemonnee en een uitnodiging van een F1-team of sponsor beschikt. De beelden die we jaar na jaar zien van meisjes in zwembaden, rijke mensen op hun jacht en celebrities op de grid zijn absoluut niet representatief voor de gemiddelde mens. Hoe gepassioneerd je ook bent van F1, en hoe klein het in Monaco ook is: je staat geen meter dichter bij de rijders en de bekende koppen dan op eender welk ander circuit…

Monaco is en blijft een speeltuin voor de rijken, waar gewone mensen één keer per jaar ook eens een stukje van mogen proeven. Kijken mag, aankomen niet …

Foto’s:Klik hier voor de fotogalerij “Een andere kijk op Monaco”

image
a:0:{}
Hoofditem op frontpagina
a:1:{s:9:”file_name”;s:28:”monaco_special_homepage2.jpg”;}
Onze reporter en huisfotograaf Steven Peeters trok naar Monaco om de race te bewonderen en kwam terug met een sterk verhaal over glitter & glamour, exclusieve auto’s en het de meest onwaarschijnlijke race op de kalender.