Safety Car-bestuurder Bernd Mayländer: “Soms voel ik me James Bond”

Red Bull Content Pool
Red Bull Content Pool

Bernd Mayländer vertelt hoe het is om met de Aston Martin Safety Car over het asfalt te scheuren.

Sinds het seizoen 2021 voorziet Aston Martin de Formule 1 samen met Mercedes van de Safety Car, dat was ook het jaar dat het Britse merk na een afwezigheid van 61 jaar terugkeerde naar de F1 met een eigen team.

In 2024 mag Mayländer de laatste versie van de Vantage, die 665 pk uitbraakt, aan de tand voelen.  “Het is fantastisch, het is een partnerschap”, zegt Mayländer over de samenwerking met Aston Martin tegenover de officiële website van de F1. “De auto’s zijn geweldig en er zit veel geschiedenis achter het merk.”

“Het is absoluut een prachtige auto, maar Aston Martin heeft goed werk geleverd. We hebben uiteindelijk samengewerkt, vooral in het eerste jaar, toen Aston Martin veel moest leren over hoe je een Safety Car bouwt, wat de FIA nodig had aan extra systemen, wat ze in de auto moesten zetten.”

“De oude Vantage was zeker een sportieve auto, maar de nieuwe is nog sportiever. Het is een nieuw ontwerp, de ophanging is anders, de remmen en de motor zijn krachtiger. Het is dus een fantastische auto, ik wil heel graag mijn rode en ook mijn groene auto houden!”

Toen Mayländer begon als Safety Car-rijder waren een radio en set knipperlichten het enige dat speciaal was aan zijn auto. Ondertussen zijn de tijden veranderd en komt er heel wat meer bij kijken, zijn auto heeft bij wijlen meer weg van een rijdend laboratorium.

“Tegenwoordig heb je twee radiosystemen en binnenin twee extra tv-schermen waarop je de race live kunt volgen,” zegt Mayländer. “Je hebt de GPS-mapping binnenin waar we alle auto’s rond het circuit kunnen zien, als er een incident is kun je per bocht-nummer zien welk gebied naar geel gaat.”

“Uiteindelijk heb je dezelfde prestaties met een wegauto als met de Safety Car,” voegt Mayländer toe over hoe de Vantage zich verhoudt tot zijn wegversie. “Er zijn geen, laten we zeggen, grote verschillen. We hebben een koelsysteem voor de remmen in de auto. Het meest opvallende verschil is de achtervleugel en het lichtsysteem dat je aan de buitenkant kunt zien.”

“Als je in de auto gaat zitten, heb je zeker meer knopjes; je hebt de lichtknopjes die heel belangrijk zijn, want dat is het lichtsignaal voor de coureurs achter me.”

Hoewel er door de jaren heen meer en meer snufjes bij komen, zijn het volgens Mayländer nog steeds de simpelste middelen die het belangrijkste zijn.

“De radio is nog steeds het belangrijkste communicatiemiddel, dat is ook de reden waarom we twee radiosystemen hebben, ons hoofdsysteem en een back-up. Het is de belangrijkste communicatie naar de wedstrijdleider, naar de wedstrijdleiding waar we al onze informatie vandaan halen.”

Samen met de radio’s is ook de TV aan boord van levensbelang omdat hij zich op die manier een beeld kan vormen van een incident, naast de info die hij over de radio krijgt.

“We geven informatie terug aan de wedstrijdleiding. Dat is heel belangrijk, want de beslissing wordt altijd genomen door de wedstrijdleiding; zij hebben het volledig overzicht over het circuit. We moeten alle coureurs beschermen, alle marshals, iedereen die betrokken is bij die situatie, wat er ook gebeurt op de baan.”

Mayländer heeft ook nog een team van vier mecaniciens ter beschikking op de baan en nog een team dat van op afstand werkt tijdens een raceweekend. Zij houden zich bezig met de setup van de auto en voor wie het zich moest afvragen, Mayländer geniet er nog steeds van om met de Safety Car te rijden.

“Maar er is zeker nog iets heel belangrijks: rijd niet over de limiet, want je limiet moet altijd onder de 100 procent liggen, want je wint niets, doe gewoon je werk zo goed mogelijk maar geniet er nog van ook”.

En er blijkt ook nog een andere belangrijke reden te zijn waarom Mayländer graag met zijn Aston Martin onderweg is.

“Ik zeg altijd dat als ik de groene auto’s bij me heb, dat ik me een beetje zoals James Bond voel. Er zijn een paar geruchten…” lacht hij. “Nee, het is fantastisch, en het maakt het heel leuk.”