Het Belgische kampioenschap zit er op. Grandsire, de lange Fransman kon de eerste race op zijn conto schrijven. Een eerste race die nogal wat stof deed opwaaien. Verscheidene rijders zouden immers "de baan hebben gesneden" en kregen een drive-through opgelegd. Enkele rijders lapten dit aan hun laars of hadden dat in ieder geval zo niet begrepen. Drie disqualificaties en een resem tijdstraffen regenden op het Formule Renault peloton neer.
Grootste ongelukkige hier was Niels Cox, die het kampioenschap leidde met een confortabele marge. Nog voor de race vertrouwde Cox ons toe dat hij moest opletten en gewoon in de buurt van Stala (zijn grootste concurrente) wou blijven. "Moest zij winnen en ik een slechte positie krijgen dan wordt het verschil te groot en dan moet ik gaan rekenen voor de tweede race.", aldus Niels. En het kwaad geschiedde dus. Stala reed alsof haar leven ervan afhing, Niels klampte aan maar zou in Pouhon over de lijnen zijn geweest. Zwaar teneergeslagen haalde het team verhaal bij de wedstrijdleiding maar er hielp geen lievemoederen aan. Niels vertrekt de laatste race op een verre 7de plek terwijl Stala één lijn eerder mag starten maar vooral tot op vijf punten is genaderd in de tussenstand.
In race 2 maakt Stala een droomstart terwijl Cox een plaats verliest. En verloren plaatsen zijn moeilijk goed te maken in een close competitie als de Formule Renault. Behalve dan voor Stala die er als een bezetene vandoor gaat en in laatste instantie zelfs nog een tweede plaats wegkaapt achter winnaar Grandsire. Maar dat was niet voldoende. Met Cox op een vijfde plaats ondertussen kwam er een punten exaequo waarbij het aantal overwinningen in Cox zijn voordeel ging spelen. Dan echter kwam Jack Piper in het spel. Bij Stala’s teamgenoot, die in het begin van het seizoen met zoveel pech te kampen had, groeit zichtbaar het vertrouwen en Piper gaat in duel met Cox voor de vijfde plaats. Die verovert hij en in de laatste ronde moet Cox de Brit laten gaan. Hij beseft dat daarmee zijn kansen zijn gaan vliegen en parkeert zichtbaar geërgerd zijn wagen op de startlijn.
Bij Astromega barst het feest los. Ingenieur Jan de Mayer grijpt onmiddellijk de gsm. "Hello Craig, we won the championship mate. Yes, the yellow rocket did it again." Aan de andere kant van de lijn zit Craig Dolby. Hij moest dit weekend racen in Frankrijk. Dolby, de kampioen van verleden jaar, was het hele jaar aanwezig bij Astromega als coach voor Stala. Dolby en Jan De Mayer waren de kern van een ploeg die een frêle jongedame, een notoire achterligger nog verleden jaar, omvormden tot een strijdlustige kampioene. Want hoewel alles dit weekend tegenzat voor Niels Cox en de diepe teleurstelling daar bij Tof Racing wel begrijpelijk was, toch kan je maar één ding zeggen omtrent Stala. Ze heeft er tot de laatste meter voor gevochten en ze is er blijven in geloven. En aan de finishlijn lag uiteindelijk de beloning klaar na deze campagne.
Stala wordt dus met twee punten verschil de eerste vrouw die het Belgische kampioenschap Formule Renault wint. En meteen ook de laatste. Renault maakte immers bekend niet langer het kampioenschap in te richten. Zij wensen hun Clio Cup competitie te promoten en daartoe dient de éénzitterij te wijken. Na een spannend en zeer mooi kampioenschap met een dramatische ontknoping valt dus anno 2007 het doek over het Formule Renault kampioenschap in België. En over de éénzitterscompetitie tout-court in België. Vanaf volgend seizoen zal België één van de weinige landen zijn zonder eigen éénzitterscompetitie. Het valt dus af te wachten hoe Belgische jonge talenten voortaan de weg zullen moeten vinden naar de hogere formules.
Stala volgt in de "hall of fame" in het rijtje van winnaars als Jerome dÂ’Ambrosio, Maxime Soulet, Pierre Sevrin en Craig Dolby. Twee van hen werden reeds kampioen dit seizoen : d’Ambrosio won de Formula Masters en zou volgens geruchten op weg zijn naar een GP2 zitje. Sevrin