Special: 40 jaar Williams Grand Prix Engineering: Deel 1: De weg naar succes

Volgende maand bestaat het team van Frank Williams en zijn vriend Patrick Head 40 jaar en dat vinden wij van F1Journaal.be een goede reden om in de aanloop daarnaar een paar specials daarover te maken. In deel 1 hebben we het over de oprichting van het team en de weg naar de eerste successen.

Het verhaal van Frank Williams begint in 1966, elf jaar voor het team in zijn huidige vorm begon te bestaan, als de Engelsman “Frank Williams Racing Cars” opricht. Na een aantal seizoenen actief geweest te zijn in de Formule 2 en 3 koopt Williams een Formule 1-chassis van Brabham en in 1970 staat hij met zijn team aan de start van het nieuwe F1-seizoen.

De volgende jaren worden er van chronisch geldtekort en sponsors die niet over de brug komen. In 1976 komt er een nieuwe eigenaar in de persoon van Walter Wolf maar de resultaten blijven ook nu uit en de wegen van de Canadese miljonair en Williams scheiden. Een jaar later koopt hij met zijn vriend Patrick Head een oud winkelmagazijn en “Williams Grand Prix Engineering” was geboren en met de steun van een kapitaalkrachtige sponsor uit het Midden-Oosten in de vorm Saudia moest er meer mogelijk zijn dan in de jaren voordien.

Artikel gaat verder onder de foto

Het eerste seizoen wordt nog afgewerkt met een klantenchassis van March met de Belg Patrick Neve achter het stuur. Zijn beste prestatie zou een zevende plaats worden in de Grand Prix van Italië en 1977 wordt puntloos afgesloten. Het volgende jaar staat met de FW06 de eerste Williams-bolide ontworpen door Patrick Head op de grid. Alan Jones is de rijder en de resultaten gaan in stijgende lijn, de Australiër scoort het eerste podium voor het nieuwe team en het seizoen wordt afgesloten op een respectabele tiende plaats bij de constructeurs met zestien punten.

Voor 1979 zijn de verwachtingen hooggespannen met de nieuwe FW07, net als zijn voorgangers met de Ford Cosworth achterin. Williams schrijft voor het eerst twee auto’s in en Alan Jones wordt gekoppeld aan de toen viervoudige Zwitserse Grand Prix-winnaar Clay Regazzoni. De eerste zes races worden er geen punten gehaald maar daarna begint alles los te lopen, uitgerekend in de Britse Grand Prix wint Regazzoni de vijfde Grote Prijs uit zijn carrière en de eerste voor Williams. Alan Jones schrijft nog vier races op zijn naam en sluit het seizoen af op de derde plaats in het kampioenschap, net als Williams bij de constructeurs.

Williams heeft de smaak te pakken en de nieuwe FW08 is in 1980 meteen succesvol, Alan Jones wint meteen de eerste race van het seizoen in Argentinië. Later voegt de Australiër daar nog vier overwinningen aan toe en dat blijkt genoeg voor de wereldtitel. Jones’ nieuwe teamgenoot Carlos Reutemann schrijft ook nog de Grand Prix van Monaco op zijn naam en dat alles samen is ook genoeg om wereldkampioen te worden bij de constructeurs.

In 1981 is Nelson Piquet in zijn Brabham te sterk bij de rijders maar Williams kaapt toch de constructeurstitel weg. Een jaar later heeft Williams het geluk weer aan zijn zijde nadat Keke Rosberg met slechts één overwinning wereldkampioen wordt na een seizoen dat tumultueus verloopt met als dieptepunt het overlijden van Gilles Villeneuve tijdens de race in België.

Het wordt Frank Williams duidelijk in 1983 dat het met de atmosferische Ford-Cosworth motor tegenover het turbo-geweld van BMW, Renault en Ferrari een ongelijke strijd wordt. Williams zoekt contact met Honda en er wordt een overeenkomst gesloten om vanaf 1984 de Japanse turbomotoren te gebruiken.

Dat eerste jaar met Honda wordt er één om snel te vergeten met veel opgaves maar ook één lichtpuntje, Rosberg slaagt er toch in om de Grand Prix van De Verenigde Staten te winnen in Dallas.

In 1985 is er beterschap te merken voor Keke Rosberg en zijn nieuwe teamgenoot Nigel Mansell met vier overwinningen die ze netjes onder elkaar verdelen. Een jaar later doet Williams weer mee voor de knikkers en strijdt Mansell voor de wereldtitel, die hij door een klapband in de laatste race van het seizoen moet laten aan Alain Prost in zijn McLaren.Het strijden voor de wereldtitel in 1986 is ondergeschikt aan wat Frank Williams in maart van dat jaar op persoonlijk vlak te verwerken krijgt. Na een test te hebben bijgewoond van de nieuwe FW11 op het Circuit Paul Ricard keert Frank Williams met een huurauto terug naar de luchthaven van Nice en verliest de controle over het stuur. Hij geraakt van de baan en belandt op zijn dak in een greppel naast de weg en Williams loopt twee breuken in de wervelkolom op, hij zal nooit meer kunnen lopen.

Het seizoen nadien is Williams oppermachtig en wordt Nelson Piquet wereldkampioen voor zijn teamgenoot Nigel Mansell. 1987 werd ook het einde van de samenwerking tussen Williams en Honda en na twee jaar zocht ook wereldkampioen Nelson Piquet andere oorden op.

Special: 40 jaar Williams Grand Prix Engineering: Deel 2: De hoogdagen met een zwart randje
Geschreven door Tom Schots
a:0:{}
Hoofditem op frontpagina
a:1:{s:9:”file_name”;s:32:”williams40_special_headline1.jpg”;}
Volgende maand bestaat het team van Frank Williams en zijn vriend Patrick Head 40 jaar en dat vinden wij van F1Journaal.be een goede reden om in de aanloop daarnaar een paar specials daarover te maken.

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email
Print