Martin Whitmarsh zegt redelijk ontspannen te zijn ondanks de kritiek op de mindere seizoensstart van McLaren.

“Ik maak me er niet druk in. Mijn beroep is mijn passie, en ik vind het ook niet leuk als het wat minder gaat, maar uiteindelijk hebben we allemaal een verantwoordelijkheid. Ik ben ook niet bang om de confrontatie aan te gaan.”

Mclaren koos voor een volledig nieuwe aanpak voor de ontwikkeling van haar wagen voor 2013. Dit nieuwe concept wierp echter nog geen vruchten af in Melbourne, waar McLaren ietwat troosteloos achterbleef ten opzichte van de andere topteams. In Maleisië verging het McLaren al een stuk beter. Jenson Button haalde dan wel de finish niet door een losgekomen linker voorwiel, toch wisten beide rijders zich bij de eerste tien te kwalificeren.

Het team uit Woking begreep de wagen al iets beter op het Sepang-circuit, mede door de lay-out van de omloop, die er veel minder hobbelig bijligt dan het Albertpark in Melbourne.

“Men vroeg mij om de verantwoordelijken voor het mindere seizoensbegin aan te duiden, ook van mensen die er hier niet eens bijzijn om zich te verdedigen. Maar dat is te gemakkelijk, en het is mijn stijl niet. Ik hou niet van die manier van werken. We hebben hier heel wat competente en gemotiveerde mensen, en ik geloof in mijn rijders en ingenieurs. Als je gewoon in het wilde weg beslissingen neemt en enkel roept dat jij het voor het zeggen hebt, dan ben je gedoemd om te mislukken vind ik.”

“Ik hoop dat ik over genoeg overtuigingskracht beschik bij mijn medewerkers want ze respecteren mijn recht-toe-recht-aanmentaliteit, althans dat hoop ik toch want ik ben dat niet altijd zeker.” grapt Whitmarsh. “Achter de schermen zal ik wat brutaal en direct zijn, maar als iemand me in het openbaar vraagt ‘wil jij de vierde McLaren-teambaas in de geschiedenis zijn?’, dan zeg ik uiteraard ‘Ja’, maar dan accepteer je alles wat erbij komt. Dan kan het me niet schelen of dat iemand in de pits, een ingenieur, een directeur of een rijder is.”
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}