Volgens Adrian Newey moet Red Bull ondanks de ongeziene dominantie en grote voorsprong dit seizoen voluit blijven pushen.
Red Bull is er tot dusver in geslaagd om dit seizoen al de races te winnen. Sergio Perez en Max Verstappen verdeelden al de overwinningen onder elkaar en daarbij ging het merendeel van de overwinningen naar de regerende wereldkampioen. Met de overwinning van Max Verstappen in Hongarije verbrak Red Bull met elf overwinningen op rij het record van McLaren dat in 1988 door Ayrton Senna en Alain Prost werd neergezet.
In het constructeurskampioenschap heeft Red Bull ondertussen een voorsprong van maar liefst 229 punten. Max Verstappen heeft in het rijderskampioenschap op zijn beurt een voorsprong van 101 punten.
“Het is een geweldige reeks, we hadden hier nooit van durven dromen,” aldus Newey tijdens de ‘F1 Nation podcast’. “Om de McLaren-reeks van in 1988 te verslaan is iets dat ik nooit had gedacht om te kunnen doen. Dit is een eerbetoon voor het ganse team, het harde werk van de jongens, de betrouwbaarheid die we dit seizoen al hebben gehad. Het is een ongelooflijk eerbetoon.”
Met zijn jarenlange ervaring in de Formule 1 beseft Adrian Newey echter als geen ander hoe snel de dingen in de Formule 1 kunnen veranderen. Newey denkt nog steeds terug aan een pijnlijke nederlaag die hij en McLaren tijdens het F1-seizoen 1999 leden. Mika Hakkinen slaagde erin om wereldkampioen te worden maar Ferrari snoepte de wereldtitel bij de constructeurs weg.
“Wanneer je je in een seizoen bevindt dan denk je niet aan waar je heen moet gaan, je denkt aan het volgende. We hebben nog een lange weg af te leggen,” aldus Newey.
“Ik herinner me nog duidelijk het seizoen 1999. Nadat Mika Hakkinen aan de leiding stond in Silverstone en Michael Schumacher zijn been brak, moeten we eerlijk toegeven dat we als team voor de rest van het seizoen in slaap zijn gevallen. De titelstrijd bij de constructeurs werd pas tijdens de laatste race beslist en we verloren.”
“Het is een les, hoe goed het er ook mag uitzien, je moet blijven pushen en met beide voeten op de grond blijven.”