Aston Martin-teambaas Mike Krack tempert de verwachtingen voor 2024 en is er niet zeker van dat zijn team in de voorste gelederen zal terug te vinden zijn.

Afgelopen seizoen kende Aston Martin een sterke start en wist het zelfs zes podia te scoren in de eerste acht races van het seizoen. Maar naarmate het seizoen vorderde zakte de formatie uit Silverstone wat verder weg.

Toch wisten ze een vijfde plaats in het kampioenschap voor constructeurs uit de brand te slepen, twee plaatsen beter dan in 2022. 

“De eerste zes races waren ongelooflijk, maar ik wist dat er moeilijke momenten zouden volgen,” zei Krack.

“We waren realistisch en probeerden de verwachtingen te managen. De concurrentie in de F1 is hevig; zeer goede teams die het seizoen niet zo goed begonnen, zouden onvermijdelijk hun problemen te boven komen en het gevecht naar ons brengen. We wisten dat het moeilijker zou worden.”

“Het midden van het jaar was moeilijk voor ons maar misschien leek het meer zo vanwege de ongelooflijke start die we hadden.”

“De verwachtingen stegen enorm. Stel je voor dat ons seizoen niet was begonnen met zes podiumplaatsen uit de eerste acht races maar met één?”

“Als dat het geval was geweest dan is wat er in de races 9, 10, 11 en 12 gebeurde niet zo’n groot contrast. Als je 23 punten scoort in de eerste race dan stijgt begrijpelijkerwijs het verwachtingsniveau.”

Hoewel het wat moeilijker liep na de zomerstop wist Fernando Alonso toch nog twee keer een podium te scoren voor Aston Martin. Maar Krack tempert de verwachtingen voor 2024.

“Tegen het einde van het seizoen begrepen we de auto, maar het zou verkeerd zijn om te zeggen dat we absoluut alles begrepen van de AMR23,” zei hij.

“We hebben veel begrepen, we weten wat we willen doen voor 2024 en welke richting we uit moeten met de auto van volgend jaar.”

“Dat hoeft niet te betekenen dat we volgend jaar bij de seizoensopener in Bahrein om de racezege gaan strijden.”