Testen gedurende het seizoen gebeurt momenteel eigenlijk niet. Dat is volgens Mario Theissen niet alleen een probleem voor het verder ontwikkelen van de wagen maar ook voor de veiligheid.
Ieder team beschikt over een derde rijder die moet invallen als er een probleem is met één van de vaste rijders. En net dat is iets dat volgens Mario theissen voor problemen kan zorgen.

Vroeger kon zo’n derde rijder tijdens het seizoen testen. Tot voor kort kon die zelfs op de vrijdag van een GP-weekend rijden tijdens de eofensessies. Nu staat die derde rijder het grootste deel van het seizoen werkloos aan de kant toe te kijken. Wanneer hij echter moet invallen kan dat volgens Theissen voor grote problemen zorgen.

“In welke mate kan je immers op zo iemand rekenen om plots onvoorzien in een wagen te springen? Het is echt een veiligheidsrisico,” aldus Theissen.

Mario Theissen is dan ook van mening dat de rol van de derde rijder opnieuw ingevuld moet worden door activteit op vrijdag tijdens de oefensessies. Volgens hem heeft het alleen maar voordelen. De teams kunnen ontwikkelen, de derde rijder wordt benut en toch kost het de teams niet veel aangezien ze sowieso de verplaatsing maken naar de GP-locaties en niet specifiek ergens naar een testcircuit moeten afreizen.

Eveneens kunnen derde rijders zich opnieuw in de kijker rijder met het oog op een mogelijk zitje als vaste rijder. Jonge rijders hebben het nu immers zeer moeilijk om in de F1 een zitje te versieren. Ondermeer Ross Brawn gaf reeds te kennen dat hij de voorkeur gaf aan Barrichello boven Bruno Senna omdat er tijdens het seizoen niet getest kon worden en Barrichello eindeloos veel ervaring heeft.
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}