“Een F1-piloot moet zelf niet meer kunnen inhalen”

Juan Pablo Montoya, het was een tijdje geleden dat we er nog iets van gehoord hadden, maar de Colombiaan windt er nooit doekjes om wanneer hij zijn mening over iets of iemand geeft. En dat doet hij ook nu niet.
Montoya geeft deze keer kritiek op de manier van inhalen in de Formule 1. Volgens de Colombiaan moeten de F1-piloten momenteel niet meer leren hoe ze moeten inhalen.

Dankzij hulpmiddelen zoals KERS en DRS is het volgens Montoya gewoon een kwestie van dicht genoeg achter jouw voorligger rijden en op wat knopjes drukken om er voorbij te gaan.

“Met al die technische hulpmiddelen moet je als rijder niet meer leren hoe je goed moet inhalen. Je nadert gewoonweg de wagen die voor je rijdt, legt je achtervleugel plat, en je rijdt hem vervolgens op het rechte stuk voorbij,” aldus Montoya tegenover Motorsport Total.

Vroeger was inhalen volgens Montoya veel moeilijker en was het echt een uitdaging voor een f1-piloot.

“Inhalen was echt een kunst waarin je als rijder goed moest worden. Je moest heel wat fouten maken en een miljoen keer mislukken alvorens je het goed kon. Zo groeide je steeds en werd je er als maar beter in. Zo werd het tot een kunst verheven,” besluit de Colombiaan.

Montoya scoort natuurlijk wel een punt. Vroeger moesten f1-piloten zelf de andere rijder in de fout drijven of van een fout van de wagen voor hen profiteren. Inhalen was inderdaad misschien wel een stuk moeilijker. Het zorgde soms ook voor de nodige frustraties bij wagens die veel sneller waren maar omwille van specifieke karakteristieken van een circuit met de beste wil ter wereld niet voorbij hun veel tragere voorligger geraakten. Inhalen in de formule 1, het blijft zoeken naar een moeilijke balans.
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}