Formule 1-eigenaar Liberty Media heeft zijn plaats bovenaan de Forbes-lijst van de meest waardevolle ‘sportimperiums’ behouden. Liberty Media stond eerder bovenaan de Forbes top 25-lijst, die voornamelijk bestaat uit individuen en entiteiten die eigenaar zijn van verschillende grote Amerikaanse sportfranchises, hoewel sommige ook eigenaar zijn van Europese topvoetbalteams.

De totale waarde van Liberty Media is echter wel wat gekrompen tegenover de vorige waardebepaling, dit komt omdat Liberty Media vorig jaar in juli het honkbalteam Atlanta Braves afsplitste. Ondanks dat deze stap zo’n 12% van de waarde van het bezit aan sportactiva door het bedrijf daalt, blijft het met 18,22 miljard dollar wel bovenaan de lijst staan.

Op plaats twee van deze lijst staat Kroene Sports and Entertainment met een waarde van 15,59 miljard dollar, eigenaar van onder meer de Los Angeles Rams, Denver Nuggets en Arsenal FC. Op de derde plaats vinden we dan nog Fenway Sports Group met een waarde van 12,95 miljar dollar, eigenaar van de Boston Red Sox, Pittsburgh Penguins en Liverpool FC. U leest het, geen kleine bedrijven tegenover wie Liberty Media dus de grootste blijft. 

De vorige F1-eigenaar, namelijk Bernie Ecclestone, staat dan weer als tweede op de lijst van grootste belastingbetalers in het Verenigd Koninkrijk van afgelopen jaar. Deze plaats heeft hij te danken aan een rechtszaak die hij vorig jaar heeft verloren, dit zorgde ervoor dat hij verplicht werd om een grote som aan belastinggeld te betalen aan de Britse belastingdienst. 

Het zou gaan over een onbetaalde belasting van 400 miljoen pond aan fondsen in een trust in Singapore, die reeds dateerde uit 2015. Hij betaalde in totaal 652,6 miljoen pond aan belastingen en boetes aan HMRC, de Britse belastingdienst. Enkel de Russische financiële handelaar Alex Gerko moest Ecclestone laten voorgaan, die moest 664,5 miljoen pond ophoesten.

Het mag gezegd worden, in de Formule 1 en de mensen die erbij zijn betrokken gaan vaak enorme duizelingwekkende bedragen rond.

Geschreven door Vincent Bogaerts