Fernando Alonso: “De F1 is geen liefdadigheidsinstelling, dit is nog maar het begin voor Aston Martin”

Aston Martin F1 team
Aston Martin F1 team

Volgens tweevoudig F1-kampioen Fernando Alonso moet Aston Martin hard blijven werken om vooruitgang te blijven boeken. De tweede helft van het voorbije F1-seizoen heeft bewezen dat je anders onmiddellijk terugvalt. Alonso verwacht echter dat Aston Martin volgend jaar opnieuw een mooie stap vooruit zal zetten.

“De Formule 1 is geen evenement dat voor het goede doel wordt georganiseerd,” aldus Alonso. “We hebben druk nodig om te presteren.”

“De vijfde plaats in het constructeurskampioenschap doet een beetje pijn want ik vind dat we beter waren dan dat. Aan het begin van het jaar hoopten we op een beter resultaat.”

“Om in het rijderskampioenschap vierde te eindigen is iets dat compleet onverwacht is, een beetje onrealistisch wetende met welke rijders we aan het strijden waren.”

“Wanneer je vijfde in het constructeurskampioenschap eindigt dan zou je als rijder normaal rond de negende of tiende plaats moeten eindigen. Voor veel mensen bij Aston Martin is dit dan ook een droomseizoen, inclusief mezelf.”

“Voor mij is dit samen met 2012 het beste seizoen uit mijn carriĂšre, een positie die ik me met de performance die we in 2022 hadden nooit had kunnen inbeelden tijdens het begin van het jaar.”

Volgens Fernando Alonso timmert Aston Martin stevig aan de weg naar nog betere prestaties in de toekomst. Naast het aantrekken van belangrijke medewerkers zet het ook verdere stappen op het vlak van haar faciliteiten. Dit alles zal ertoe bijdragen dat Aston Martin volgens Alonso nog competitiever zal worden.

“Dit is de eerste stap van hopelijk een mooie vooruitgang met het team,” aldus Alonso. “We hebben altijd gezegd dat dit het eerste jaar is van Aston Martin dat competitief zou zijn, veel wijzigingen in het team, een nieuwe fabriek, we zeggen deze dingen al erg lang.”

“Dus wanneer we volgend jaar een stap achteruit zouden zetten dan zou dat erg zijn, we moeten vooruit blijven gaan. We eindigden vijfde in het kampioenschap maar volgend jaar moet dat beter. Vierde, derde, tweede, wat het ook zal zijn.”

“En in mijn geval, ik behaalde dit jaar acht podiumplaatsen, hopelijk kan ik dat volgend jaar ongeveer evenaren.”