Fernando Alonso zegt dat hij niet zou doorgegaan zijn in de Formule 1 moest hij het gevoel hebben gehad dat Aston Martin kansloos zou zijn om het gat met de topteams kleiner te maken.

Hoewel Alpine in 2022 geregeld toonde dat ze een degelijke bolide hadden gooiden technische problemen vaak roet in het eten voor Fernando Alonso. Daarom wil de Spanjaard vanaf dit jaar zijn geluk gaan beproeven bij het team van Aston Martin, een overstap die door veel kenners met gefronste wenkbrauwen onthaald werd.

Vooral omdat het vorig seizoen bij Aston Martin helemaal niet goed liep maar Alonso gelooft dat hij op zijn eenenveertigste op termijn met Aston Martin nog voor overwinningen zal kunnen strijden. Hij is ervan overtuigd dat hij nog competitief voor de dag kan komen want anders had hij er een streep onder getrokken.

“Nee ik denk dat ik dat niet zal aanvaarden en ik zal er ook niet mee doorgaan als ik geen kans meer heb,” aldus Alonso tegenover ‘Motorsport.’

“Ik weet niet of het over een procent gaat of over tien procent, maar ik ga er mee door omdat ik geloof dat we een kans hebben.”

“Het gat volgend jaar dichten dat Aston Martin momenteel heeft is onrealistisch, maar we moeten de fundamenten leggen die we nodig hebben. We moeten de basis leggen voor toekomstige auto’s en beter werken dan de anderen rondom ons.”

“Dit is een heel competitieve omgeving, dus om kampioen te worden moet je iets bijzonder leveren. Daar ben ik klaar voor en ik hoop van het team hetzelfde.”

Momenteel heeft Alonso een contract voor twee jaar maar vanaf 2024 gaat hij het naar eigen zeggen van jaar tot jaar bekijken.

“Ik denk dat ik het jaar per jaar zou aanpakken,” gaat Alonso verder. “Ik weet het niet, misschien was ik in 2021 geen honderd procent. Als ik zo een paar seizoenen doe, zelfs als ik voor de buitenwereld goed presteer maar zelf niet tevreden ben, stop ik misschien.”

“Over 2022 bijvoorbeeld ben ik heel trots. Ik wil gewoon doorgaan, wat de resultaten volgend jaar ook mogen zijn, want ik weet wat ik het team te bieden heb. Dus ik weet het niet, zeker nog twee of drie jaar.”