Mercedes-teambaas Toto Wolff laat weten geschokt te zijn door het het feit dat de het Technisch Advies Comité heeft laten weten dat sommige teams een te flexibele vloer onder hun bolides hebben.
Bij de GP van Canada werd door de FIA bekendgemaakt dat er een nieuwe technische richtlijn komt om het porpoising-probleem aan te pakken. Vanaf de GP van Frankrijk zal er gemeten worden wat de frequentie van het stuiteren is en hoe hoog de verticale bewegingen zijn. Als die waarden buiten de limieten liggen moet de rijhoogte van de bolides aangepast worden.
Maar de technisch directeur heeft ook laten weten dat de flexibiliteit van de vloer een rol speelt bij het stuiteren. Bij de huidige regelgeving is een maximum deflectie toegestaan van twee millimeter op een bepaald punt van de vloer en de bodemplank maar bij sommige teams zou die deflectie momenteel zes millimeter bedragen.
Dat stelt de bewuste teams in staat om de luchtstroom beter te geleiden onder de vloer van de auto en op die manier meer downforce te creëren. Dat nieuws is bij Mercedes, waar ze zich naar eigen zeggen altijd strikt aan de regels houden, alvast hard binnengekomen.
“Niemand had een idee totdat de FIA het ter sprake bracht in de laatste Technisch Advies Commissie, wat tot grote verrassing was van alle teams,” zei Wolff.
“Wat er in het reglement staat en wat de bedoeling van het reglement is, is vrij duidelijk. Ik bedoel, er is geen argument waarom dat meer zou kunnen afleiden dan wat er in de reglementen staat. Dus een beetje een verrassing op zijn zachtst gezegd: meer een schok.”
De FIA heeft al laten weten dat er ook vanaf de GP van Frankrijk ook strenger zal worden gecontroleerd op de regel van twee millimeter.
Het is op dit moment onduidelijk welke teams bedoeld worden met een te flexibele vloer maar alle ogen zijn uiteraard gericht op Red Bull en Ferrari. Bij Mercedes hopen ze alvast dat het strenger controleren zal leiden tot een verkleining van de kloof met Red Bull en Ferrari.
“Toen het aan het licht kwam realiseerden we ons dat er mogelijkheden zijn die we misschien niet hebben benut,” zei trackside engineer Andrew Shovlin.
“Dus het zal ons niet beïnvloeden in hoe we onze auto laten rijden. Het kan wel van invloed zijn op onze concurrenten en daardoor komen we weer een stukje dichterbij.”
