George Russell zegt dat het huidige tijdperk van de F1 voorspelbaar is geworden, waarbij de positie op het circuit en het bandenmanagement nog maar weinig ruimte laat om te racen na de eerste bocht.

De Mercedes-rijder begon vanaf de vierde plaats op de startgrid en eindigde de race, die volgens hem goed liet zien wat de problemen zijn, op de zesde stek.

“Zelfs voor de race had ik al het gevoel dat waar je je ook bevond na de eerste bocht, dat ook je eindpositie zou zijn, en helaas is dat precies wat er gebeurd is”, aldus Russell. “Op dit moment bepalen de kwalificatie en de eerste bocht de race. Er is geen bandenslijtage. Er zit slechts drie tienden van een seconde verschil tussen de snelste en langzaamste auto’s in de top zes, en normaal gesproken heb je minstens een halve seconde nodig om in te halen.”

“Dus als ik de eerste bocht op P3 had afgesloten, had ik op het podium gestaan, maar in plaats daarvan eindigde ik op P6 en zo eindigde ik ook. Ik kan me de laatste race met twee pitstops in de F1 niet eens meer herinneren.”

Volgens Russell maakt het gebrek aan variatie op strategisch vlak de Formule 1 saai: “Formule 1 is momenteel Q3 en een race naar bocht 1”, zei hij.

De Brit wees op de duurzame compounds van Pirelli als een belangrijke factor. “Realistisch gezien heb je banden nodig waarmee je hard kunt rijden, maar die na vijftien ronden versleten zijn, zodat je twee of drie pitstops moet maken tijdens een race”, legde hij uit.

“Idealiter zouden zachte banden twaalf ronden moeten meegaan, medium banden vijftien ronden en harde banden twintig ronden, voordat ze plotseling aan prestaties inboeten. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Pirelli heeft het hoe dan ook moeilijk: als de banden te veel slijten, klagen mensen dat de coureurs niet kunnen pushen. Als ze niet slijten, wordt de race saai.”