Tijdens 164 F1-races slaagde Romain Grosjean erin om tien keer op het podium te staan maar de 33-jarige Grosjean lijkt steeds minder te genieten van de Formule 1 als sport.
“Het kan gebeuren,” antwoordde Grosjean vorige week in Barcelona op de vraag of hij eindelijk eens zijn eerste F1-overwinning kan behalen.
“Ik slaagde erin om tien keer op het podium te staan, ik had volgens mij twee races moeten winnen, maar het zat toen niet mee.”
Naarmate de jaren voorbij gaan lijkt de kans echter steeds kleiner te worden dat Grosjean ooit nog een F1-race wint.
Er is immers nog steeds een grote kloof tussen de top drie van de F1 en de rest van het rijdersveld. Voor Grosjean, en uiteraard ook heel wat andere rijders, is dat enorm frustrerend. Grosjean vraagt zich zelfs openlijk af of de Formule 1 een sport genoemd mag worden.
“We noemen de Formule 1 een sport, maar is het dat ook? Daar ben ik niet zo zeker van,” aldus Grosjean. “Het is een show, maar een sport hoort fair te zijn en de Formule 1 is dat niet.”
“Het is zeer fysiek belastend om een F1-bolide te besturen. Het is hard, het is veeleisend en het vergt van iedereen enorm veel inspanningen, maar het is zoals Roger Federer met een ping-pong racket naar Roland Garros sturen. Dan zou ook hij geen kans maken.”
“Zou je tennis een sport noemen wanneer je niet allemaal met hetzelfde tennisracket speelt, of wanneer de ene kant van de tennisbaan veel breder is dan de andere kant?”
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}
