Op het Losail international Circuit slaagde Max Verstappen er opnieuw in om op dominante wijze de GP van Qatar te winnen. Tijdens de sprintrace moest Verstappen op zaterdag zijn meerdere nog erkennen in Oscar Piastri maar tijdens de race op zondag stond er geen maat op Verstappen.
“Wat onze race gemaakt heeft, was de eerste stint toen ik meteen een gat wist te trekken. Daarna kon ik mijn snelheid managen en zorgde ik ervoor dat mijn banden in de goede ‘window’ zaten want we moesten veel trappen, maar de McLarens waren snel vandaag. Ik denk dat we op sommige momenten iets te lang door hebben gereden op een bepaalde band, waardoor ze op sommige momenten tijd goed konden maken,” aldus Verstappen op zijn officiële website.
“Uiteindelijk maakte het niks uit, maar het zijn wel de kleine dingetjes waar we naar kunnen kijken. Het was een hele zware race. Het was warm in de auto, dus ik denk dat we iets te vroeg in het jaar hier zijn gekomen. Deze staat zeker in de top vijf van zwaarste races die ik verreden heb.”
Verstappen leek met de vingers in de neus de race te hebben gewonnen maar ook de drievoudig F1-kampioen moest toegeven dat de GP van Qatar een fysieke beproeving was.
“Ik zweet nu al redelijk veel, ik weet niet wat er gisteren allemaal gebeurd is,” vertelde Verstappen met een knipoog en een glimlach. “We zullen er een beetje van gaan genieten, maar er zijn nog een aantal races te gaan die we ook willen winnen. Ik wil nu vooral eerst even lekker thuis zijn en daarna ga ik de simulator in, om voor te bereiden op de volgende drie opeenvolgende races.”
Tijdens de race moesten heel wat pitstops afgewerkt worden, dit omwille van bezorgdheid over de banden maar Verstappen hoopt dat dit geen gewoonte wordt.
“Ik zie liever dat we gewoon kunnen pushen met deze banden zo lang als we willen en dat ze geen pit stops verplichten. We ontwerpen auto’s die goed om kunnen gaan met de banden, dus vandaag konden we daar niet optimaal gebruik van maken, want dat is normaal gesproken één van onze sterkste punten. We zullen zien wat we in de toekomst kunnen verbeteren.”
