De Formule 1 presenteerde gisteren in Silverstone een levensgroot model van hoe de F1-bolides er vanaf 2022 zullen gaan uitzien. Nikolas Tombazis, de technisch directeur van de FIA, licht toe.

Het spreekt voor zich dat alle teams al druk in de weer zijn met hun bolides voor 2022 en dat ze daarbij hun eigen accenten zullen leggen maar de FIA wou in Silverstone een voorsmaakje aan het publiek geven door een auto te tonen volgens de nieuwe regelgeving.

Nikolas Tombazis geeft ook wat toelichting bij de nieuwe bolide en wat de FIA ermee wil bereiken, al waarschuwt hij dat er niet mag verwacht worden dat we van vandaag op morgen het ene na het andere wiel-aan-wiel-gevecht zullen zien.

“We verwachten meer gevechten tijdens de races maar misschien niet vanaf de eerste race, want misschien heeft het ene team de nieuwe regels goed en het andere team verkeerd geïnterpreteerd,” aldus Tombazis.

“Maar we verwachten wel dat de concurrentie tussen de auto’s snel zal toenemen en dat de auto’s elkaar beter zullen kunnen volgen.”

“Het gaat niet zozeer om het inhalen maar om hoe dicht ze op elkaar racen,” voegde Tombazis eraan toe. “Ze zijn in staat om elkaar te volgen, om met elkaar te vechten gedurende de race.

“Dus dat is wat we hebben geprobeerd te doen, voornamelijk inwerken op de aerodynamica.”

Iedereen heeft er zin in om de fans meer spektakel te bieden op de baan, van de teams tot de FIA en de Formule 1. Ross Brawn, de sportief directeur van de F1 denkt ook dat ze in dat opzet zullen slagen.

“Dit is het begin van een nieuwe reis, een nieuwe filosofie, een nieuwe cultuur, waarbij de racebaarheid van deze auto’s van vitaal belang gaat zijn voor de toekomst van de F1,” zei hij.

“En waarom doen we dat? We doen dat omdat we de fans willen vermaken, we willen de fans erbij betrekken en we willen dat er nieuwe fans naar de sport komen.”

“Dit is een uniek nieuw hoofdstuk in onze sport en deze reglementen hebben zich ontwikkeld om van de F1 het absolute grootste racespektakel te maken. Om onze sport naar de voorgrond van de globale cultuur en entertainment te stuwen.”