Als Ferrari-junior wordt Oliver Bearman steeds nadrukkelijker gelinkt aan een racezitje bij het Haas F1 team in 2025. Bearman zelf is niet al te blij met de speculaties over zijn toekomst en spreekt van een ‘ongezonde situatie’.
Eerder dit seizoen greep Oliver Bearman tijdens de GP van Saoedi-Arabië een unieke kans om bij Ferrari in te vallen voor Carlos Sainz. Bearman maakte een bijzonder goede indruk en finishte meteen in de punten. Met de aankondiging dat Nico Hulkenberg eind dit seizoen het Haas F1 team zal verlaten komt er sowieso een racezitje bij Haas vrij en Bearman zijn naam wordt daarvoor steeds nadrukkelijker genoemd.
Volgens sommigen is een overeenkomst met het Haas F1 team al in kannen en kruiken maar Bearman zelf ontkent dat alvast. Volgens Bearman zorgen de speculaties ook voor een ‘ongezonde situatie’.
“Ik bedoel al die geruchten, speculaties, enzovoort. Ze zijn niet waar,” aldus Bearman in Barcelona, waar hij tijdens de eerste oefensessie voor het Haas F1 team in actie zal komen. “Ik probeer echter gefocust te blijven op wat ik kan doen, op het met de wagen rijden. Uiteindelijk probeer ik weg te blijven van al de speculaties, het is ongezond.”
“Ik heb persoonlijk ook geen deadline voor het bepalen van mijn plannen voor volgend jaar. Het is mijn doel uiteraard om als rijders goed te presteren.”
“Mijn eerste oefensessie in Imola verliep goed, ik was er tevreden mee. Dat wil ik blijven doen. Op het vlak van timing is er niets vastgelegd.”
Ondanks het feit dat hij ontkent dat er al een overeenkomst met het Haas F1 team is getekend voor een racezitje in 2025 laat Bearman verstaan dat een racezitje bij het Amerikaanse team in 2025 uiteindelijk wel het doel is.
“Uiteraard is dat mijn doel. Dat is waarop ik me richt, dat kan ik niet verstoppen,” aldus Bearman. “Ik zelf enkele dingen geïdentificeerd die ik wil verbeteren wanneer ik in de F1 rij, maar dat zal komen met de ervaring die je opbouwt en naarmate je meer rondjes rijdt.”
“Ik werk gewoon richting dat doel en hopelijk zal het volstaan om er te geraken.”
