Opinie: De F1-fan en zijn passie

Ik zit aan boord van een vliegtuig van JetairFly met bestemming Brussel. Een vlucht die één uur later is vertrokken dan gepland. Dit in tegenstelling tot de heenvlucht van Brussel naar Paphos, die verliep klokvast.

Even schetsen wat vooraf ging. Drie weken voor vertrek kom je te weten dat je vlucht is gewijzigd. Daar waar ik eerst dacht om op tijd in het hotel te zijn voor de start van de GP van Turkije, gaan die plannen nu in rook op. Nooit zou ik op tijd zijn om de race live te zien, laat staan nog maar de finish mee te maken. 

De rechtstreeks vlucht naar Cyprus werd immers gewijzigd in een vlucht waarbij er eerst een tussenstop werd gemaakt in Jordanië. Jordanië, een prachtig land, al weet ik er eigenlijk weinig over. Het Koninkrijk met Koningin Rania en Petra, de voormalige hoofdstad van de Nabateeërs. Iedereen kent de stad wel uit de film ‘Indiana Jones and the Last CrusadeÂ’.

De tussenstop in Jordanië zette me echter aan het denken. Zou het land ooit een F1-race organiseren, of een F1-piloot voortbrengen? Zou Bernie Ecclestone met pen en papier in de hand naar het land trekken om er een lucratieve F1-deal te sluiten? Wie zal het zeggen?

Max Mosley was alvast welkom tijdens de vijfde manche van het World Rally Championship in Jordanië. Een ontvangst waar hij alvast het voorbije weekend niet moest op rekenen tijdens de GP van Monaco. De FIA-voorzitter werd ook daar behandeld als Persona non Grata. 

Dat was Max Mosley ook al in Turkije. Het was alvast niet de eerste race die Mosley moest missen nadat zijn beruchte seksschandaal was uitgelekt. Maar Turkije zou wel de eerste race worden in meer dan tien jaar die ik niet live zou zien ter plaatse of op tv. Een ramp voor de ware F1-fan.

De heenvlucht landde twintig minuten later op Cyprus dan gepland. Erger was dat ik oorspronkelijk al drie uur op het verdomde eiland zou moeten zijn, dat ik eigenlijk voor tv zou moeten zitten. Klaar om drie kwartier later de start van de GP van Turkije mee te maken.

Ik had echter nog hoop. Misschien zou ik de start missen maar toch nog het einde van de race zien. Wonder boven wonder, het zat voor één keer eens mee. De bagage kwam veel sneller dan verwacht en nog nooit zat iedereen na het landen zo snel op de bus. De bus vertrok en vijf minuten later werd de start gegeven voor de GP van Turkije.

Een kwartier later kwam ik al aan in het hotel. Een horde Belgische toeristen wachtte aan de receptie, maar bij echter maar één focus: waar is het groot scherm? Ieder zichzelf respecterend hotel heeft er toch één in de lobby staan?

Plots was het daar: Formule 1 op groot scherm. Massa aan de leiding met vlak achter hem Lewis Hamilton. De race was amper een zevental ronden ver. Weinig gemist. Oef, dacht ik bij mezelf.

Vaag hoorde ik iets over Fisichella die gecrasht was en Kovalainen die een lekke band had gehad. Maar verder bleef ik in het ongewisse over het raceverloop.
“Hey! Hier brandt de lamp!” weerklonk er plots. Cesar, een oudere man op meer dan respectabele leeftijd werd tot de orde geroepen door zijn echtgenote. Een echtgenote drie streng keek en die in de richting van de lift wees.

Het bejaarde koppel was net als mij net in het hotel aangekomen en de man, al zou je het hem niet aangeven, was blijkbaar F1-fan. “Maar ’t is Formule 1,” zei de man. Waarop ze hem nogmaals terecht wees en zei dat hij naar de kamer met haar moest gaan. Cesar deed het zichtbaar teleurgesteld en met veel tegenzin. Een momentopname die me lang zal bijblijven.

Passie voor Formule 1, iets wat de vrouw van een Engelse dertiger ook begon tegen te steken. “Are you going to stay here all afternoon?” zei ze enigszins g