Pijnlijke laatste startrij voor Renault

Voor Renault verliep de kwalificatie in Baku bijzonder slecht. Magnussen en Palmer kwalificeerde zich immers op de laatste startrij, een pijnlijk dieptepunt dit seizoen.

Renault had grootse ambities toen het begin dit jaar haar terugkeer naar de Formule 1 als fabrieksteam aankondigde. De Franse constructeur liet weten dat 2016 een moeilijk overgangsjaar zou worden maar met beide wagens op de laatste startrij staan, daar hielden ze zelfs bij Renault ongetwijfeld geen rekening mee.

In Baku is het echter het geval. Magnussen en Palmer geraakten niet verder dan de eenentwintigste en tweeëntwintigste tijd. De wagen van Renault kan moeilijk overweg met het stratencircuit van Baku.

“De sessie was snel voorbij aangezien we hier simpelweg niet snel genoeg zijn,” zei Kevin Magnussen na de kwalificatie. “Tijdens de derde oefensessie beseften we dat we niet over de nodige snelheid beschikten, ook al voelde de wagen goed aan. We probeerden vervolgens iets anders met de afstelling van de wagen. Uiteindelijk was het goed dat we dat probeerden want de wagen werd op sommige vlakken beter. Op andere vlakken was dat dan weer niet het geval. We wisten dat dit seizoen op sommige momenten erg moeilijk zou worden en dit is zeker en vast zo’n moment! We hebben echter een plan voor de toekomst en daaraan werken we.”

Volgens Alan Permane, Trackside Operations Director bij Renault, mogen beide rijders ondanks hun slechte startpositie niet opgeven.

“In autosport gooi je nooit de handdoek en zoek je constant naar een mogelijke opportuniteit,” aldus Permane. “We zagen tijdens de GP2-race dat er tegen het einde van de race heel wat slijtage kan zijn. We moeten er voor zorgen dat we dan klaar staan.”

“Indien we een ‘zuivere’ race rijden en beide wagens pushen dan kunnen we mogelijk nog een goed resultaat neerzetten.”
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}