Prinselijke strijd

Ik had medelijden met Kimi Raikkonen vorige zondag. Net als in de twee voorgaande wedstrijden bijna constant aan de leiding en dan in de allerlaatste kilometers… De hoop op een eerste wereldtitel is weer wat kleiner geworden voor de ijsgekoelde Fin. Ik weet wel, het kampioenschap is nog lang, maar als je ’t mij vraagt ziet het er niet naar uit dat Alonso vaak in de fout zal gaan, buiten de punten zal eindigen of plots over een onbetrouwbare wagen zal beschikken. Alonso rijdt als een wereldkampioen ! Berekend, en als het effe kan, pikt ie ook nog wel een overwinninkje mee, zoals vorige zondag. Van zodra de Spanjaard wist dat er iets scheelde met Kimi’s wagen, is ie nog als een gek beginnen pushen maar hij zal wellicht opgelucht geweest zijn dat ie niet ook nog moest proberen om Raikkonen te passeren. Je weet maar nooit, want voor hetzelfde geld lig je er allebei uit. Maar het siert hem wel dat ie er uiteindelijk nog voor ging. Hij had even goed geen risico’s kunnen nemen en gewoon tevreden kunnen zijn met zijn acht punten. ’t Zijn er dus weer tien geworden, en zijn voorsprong wordt weer heel wat groter in plaats van een beetje kleiner. Mooi ook hoe Alonso direct na de race zijn linkervoorband ging aaien. Een zoen ontbrak nog. Geschrokken waren Briatore en co na Monaco. Tot dan toe was alles zo goed als perfect verlopen voor Renault – of toch voor Alonso – en dan plots in de steek gelaten door het Michelin-rubber. Raikkonen stak in het prinsdom niet onder stoelen of banken dat hij had genoten van de problemen bij Renault en dankte ook de twee BMW-rijders. Zij hadden Alsonso per slot van rekening extra punten afhandig gemaakt.

Zondag smaakte de Spaanse wraak zoet. “Nee, ik heb geen medelijden met Kimi. Integendeel, ik vond het fantastisch toen ik zag hoe ie door het grind gleed.” Schitterend toch ! Hij is nog maar 23 en toch zou je denken dat ie al jáááren in het circus meedraait. Om maar te zeggen hoeveel rijper hij is geworden in anderhalf jaar tijd. En zo’n uitspraken gooien misschien olie op het vuur, ze zorgen ook voor animo. De ‘goeie ouwe tijd’ met mannen als Prost, Senna en Mansell is nog niet terug, maar Raikkonen en Alonso doen af en toe hun best. Nu nog eens de ene die de andere eraf rijdt en we zijn helemaal vertrokken. “Mannen met ballen hebben we nodig !” Dat zei Flavio Briatore onlangs in een reactie op de uitspattingen van Raikkonen in het tussenseizoen. Je moet aan de bar eens met je broek op je enkels kunnen staan, je moet eens 7500 dollar op een avond kunnen uitgeven aan drank en het moet eens kunnen dat je dan door de buitenwipper aan de deur wordt gezet…met het risico dat zoiets wordt opgemerkt en doorgesluisd naar de roddelpers. Als je Kimi op een persconferentie of in een interview hóórt praten, dan kan je nauwelijks geloven dat ie dat pit in zich heeft. Altijd geeft hij een je-m’en-fous-indruk. “Laat mij gewoon racen en – beste mensen van de pers – laat me voor de rest gewoon met rust.” Voor ons – mensen van de pers – is Raikkonen vaak weinig interessant omdat ie het achterste van zijn tong niet wil laten zien, maar sinds de ‘gevalletjes’ in Londen en Gran Canaria ben ik ervan overtuigd – en met mij wellicht nog vele anderen – dat Kimi geen robot is, maar wel degelijk van vlees en bloed. En dat ie kan racen, weten we al lang. Net als die ‘toreador’ uit Oviedo. Of moeten we hem ‘el toro’, de stier, noemen? Die houden niet van rood, het rood van…juist, Ferrari. En hoeveel sympathie ik ook heb voor jou, Fernando, wil je het kampioenschap asjeblief nog een tijdje spannend houden? Dank bij voorbaat.

Stefaan Lammens

F1-commentator VRT TV Sport
F1-commentator Stefan Lammens geeft zijn mening over de strijd tussen Kimi Raikkonen en Fernando Alonso.
a:0:{}
Ik had medelijden met Kimi Raikkonen vorige zondag. Net als in de twee voorgaande wedstrijden bijna constant aan de leiding en dan in de allerlaatste kilometers… De hoop op een eerste wereldtitel is weer wat kleiner geworden voor de ijsgekoelde Fin. Ik weet wel, het kampioenschap is nog lang, maar als je ’t mij vraagt ziet het er niet naar uit dat Alonso vaak in de fout zal gaan, buiten de punten zal eindigen of plots over een onbetrouwbare wagen zal beschikken. Alonso rijdt als een wereldkampioen ! Berekend, en als het effe kan, pikt ie ook nog wel een overwinninkje mee, zoals vorige zondag. Van zodra de Spanjaard wist dat er iets scheelde met Kimi’s wagen, is ie nog als een gek beginnen pushen maar hij zal wellicht opgelucht geweest zijn dat ie niet ook nog moest proberen om Raikkonen te passeren. Je weet maar nooit, want voor hetzelfde geld lig je er allebei uit. Maar het siert hem wel dat ie er uiteindelijk nog voor ging. Hij had even goed geen risico’s kunnen nemen en gewoon tevreden kunnen zijn met zijn acht punten. ’t Zijn er dus weer tien geworden, en zijn voorsprong wordt weer heel wat groter in plaats van een beetje kleiner. Mooi ook hoe Alonso direct na de race zijn linkervoorband ging aaien. Een zoen ontbrak nog. Geschrokken waren Briatore en co na Monaco. Tot dan toe was alles zo goed als perfect verlopen voor Renault – of toch voor Alonso – en dan plots in de steek gelaten door het Michelin-rubber. Raikkonen stak in het prinsdom niet onder stoelen of banken dat hij had genoten van de problemen bij Renault en dankte ook de twee BMW-rijders. Zij hadden Alsonso per slot van rekening extra punten afhandig gemaakt.

Zondag smaakte de Spaanse wraak zoet. “Nee, ik heb geen medelijden met Kimi. Integendeel, ik vond het fantastisch toen ik zag hoe ie door het grind gleed.” Schitterend toch ! Hij is nog maar 23 en toch zou je denken dat ie al jáááren in het circus meedraait. Om maar te zeggen hoeveel rijper hij is geworden in anderhalf jaar tijd. En zo’n uitspraken gooien misschien olie op het vuur, ze zorgen ook voor animo. De ‘goeie ouwe tijd’ met mannen als Prost, Senna en Mansell is nog niet terug, maar Raikkonen en Alonso doen af en toe hun best. Nu nog eens de ene die de andere eraf rijdt en we zijn helemaal vertrokken. “Mannen met ballen hebben we nodig !” Dat zei Flavio Briatore onlangs in een reactie op de uitspattingen van Raikkonen in het tussenseizoen. Je moet aan de bar eens met je broek op je enkels kunnen staan, je moet eens 7500 dollar op een avond kunnen uitgeven aan drank en het moet eens kunnen dat je dan door de buitenwipper aan de deur wordt gezet…met het risico dat zoiets wordt opgemerkt en doorgesluisd naar de roddelpers. Als je Kimi op een persconferentie of in een interview hóórt praten, dan kan je nauwelijks geloven dat ie dat pit in zich heeft. Altijd geeft hij een je-m’en-fous-indruk. “Laat mij gewoon racen en – beste mensen van de pers – laat me voor de rest gewoon met rust.” Voor ons – mensen van de pers – is Raikkonen vaak weinig interessant omdat ie het achterste van zijn tong niet wil laten zien, maar sinds de ‘gevalletjes’ in Londen en Gran Canaria ben ik ervan overtuigd – en met mij wellicht nog vele anderen – dat Kimi geen robot is, maar wel degelijk van vlees en bloed. En dat ie kan racen, weten we al lang. Net als die ‘toreador’ uit Oviedo. Of moeten we hem ‘el toro’, de stier, noemen? Die houden niet van rood, het rood van…juist, Ferrari. En hoeveel sympathie ik ook heb voor jou, Fernando, wil je het kampioenschap asjeblief nog een tijdje spannend houden? Dank bij voorbaat.

Stefaan Lammens

F1-commentator VRT TV Sport

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email
Print