Renault is niet bang dat nieuwe klant McLaren in 2018 haar eigen fabrieksteam zal verslaan. Dat vertelt Renault F1-baas Cyril Abiteboul aan ‘Autosport.’

Na drie jaar was voor McLaren de maat vol en vonden ze het in Woking tijd om afscheid te nemen van Honda. De Japanners gaan vanaf 2018 verder met Toro Rosso en McLaren wordt klant van Renault.

Cyril Abiteboul geeft toe dat het feit dat ze een potentieel sterkere tegenstander gingen voorzien van krachtbronnen een struikelblok was voor mensen binnen het Franse merk zelf. Hij vertelt dat hij die sceptici heeft moeten overtuigen van het feit dat dit de beste optie was om hun fabrieksteam op termijn sterker te maken.

“Er waren wat redenen tot ongerustheid,” legt Abiteboul uit. “Het was dan ook belangrijk om aan iedereen, zowel intern als in Enstone, te laten weten dat onze filosofie niet verandert. Het enige doel van het F1-programma blijft het Renault fabrieksteam op het hoogste niveau te krijgen.”

“We moeten strategisch en tactisch denken,” gaat de Fransman verder. “Het is ook geen geheim dat door de wissel van Torro Rosso naar McLaren het voor ons mogelijk werd om Carlos Sainz in te lijven. Dat was anders onmogelijk geweest.”

“Ik denk dat nu alle neuzen in dezelfde richting wijzen en dat we niet bang moeten zijn van McLaren. Want als we onze ambities willen waarmaken moet het op termijn mogelijk zijn om iedereen te verslaan. Daar komt nog eens bovenop dat we kunnen zien hoe onze klanten het aanpakken en zo kunnen we onze manier van werken aanpassen indien nodig.”

Abiteboul geeft toe dat er aan bepaalde voorwaarden moest voldaan worden om een deal af te sluiten.

“We willen samenwerken met professionele teams die loyaal zijn. Dat hebben we in de vorm van Red Bull en met Toro Rosso hadden we een beetje een knipperlichtrelatie,” aldus Abiteboul. “Het was een relatie met hoogtes en laagtes maar het werkte en daarom zagen we ook niet meteen een reden om ze te beëindigen.”

“We hebben enkel toegestemd in deze wissel omdat het ons eigen technische project niet in gevaar bracht want we wilden niet meer dan drie teams van motoren voorzien. We wilden het uiteraard ook alleen doen aan bepaalde economische voorwaarden.”

De belangrijkste voorwaarde voor Abiteboul blijft nog altijd dat het belang van het fabrieksteam voorop moeten blijven staan.

“Eens we over al deze voorwaarden op dezelfde golflengte zaten zijn we snel tot een overeenkomst gekomen,” besluit de Fransman.

Geschreven door Tom Schots
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}