De Formule 1 wil F1-piloten vanaf volgend jaar met biometrische handschoenen laten racen. De introductie van biometrische sensoren in de handschoenen van de F1-piloten moet hulpverleners meer inzicht geven in toestand van een rijder na een ongeluk.
Het is de bedoeling om vanaf 2018 biometrische sensoren in de handschoenen van een F1-piloot te naaien. De sensoren zouden ongeveer drie millimeter dik zijn en bijvoorbeeld de hartslag, de hoeveelheid zuurstof in het bloed, de ademhalingsfrequentie en de lichaamstemperatuur van een rijder kunnen meten.
Dit alles moet de hulpverleners in staat stellen om sneller en adequater te reageren bij een eventueel ongeluk waarbij een rijder betrokken geraakt. De hulpverleners krijgen zo na een crash sneller een duidelijk beeld over de algemene fysieke toestand van een rijder. De F1-teams zouden de sensoren dan weer kunnen gebruiken om de fysieke paraatheid en prestaties van een rijder op te volgen.
“We weten dat het monitoren van mensen essentieel is op het vlak van medische zorgen,” aldus F1-dokter Ian Roberts tegenover het FIA-magazine ‘AUTO’. “Voor rijders is dat niet anders. We willen zo snel mogelijk starten met het monitoren van de rijders. De apparatuur waarover we momenteel beschikken is echter redelijk groot en kunnen we pas gebruiken nadat het incident heeft plaatsgevonden.”
Met de introductie van de sensoren toont de Formule 1 aan dat het niet voor niets als koningsklasse van de autosport wordt beschouwd. Vaak is de sport een testplatform van nieuwe technologieën die later voor allerlei andere toepassingen worden gebruikt. Ook 3D-printing wordt bijvoorbeeld steeds meer gebruikt in de Formule 1.
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}