“Rijders zoals Max Verstappen mogen niet te veel macht hebben”

Red Bull Content Pool
Red Bull Content Pool

Max Verstappen neemt nooit een blad voor de mond en onlangs heeft hij laten weten dat hij het niet helemaal eens is met de manier waarop de sport evolueert. Stefano Domenicali, de CEO van de F1 , reageert in een gesprek met de ‘De Telegraaf’.

Als er iets is dat Max Verstappen stoort laat hij dat altijd horen, onder het motto: “klinkt het niet, dan botst het maar”. Onlangs liet hij nog optekenen dat hij vindt dat er te veel races op de F1-kalender staan en dat hij geen fan is van de sprintraces. Net zoals andere kampioenen, zoals Fernando Alonso en Lewis Hamilton, vindt Verstappen dat de F1-bolides te zwaar zijn en ook thema’s als baanlimieten en het strafpuntensysteem ontsnappen niet aan zijn mening.

Hij heeft ook al meermaals laten verstaan dat zijn liefde voor de Formule 1 op een dag over kan zijn als de sport zich ontwikkelt op een manier waarin hij zich niet meer kan vinden.

“Het is helemaal oké als Max zijn mening laat horen maar we mogen de sport niet in de handen van de rijders leggen,” aldus Domenicali. “Het gaat er niet om dat ze niet te vertrouwen zijn, want ik luister er altijd naar. Maar ze moeten ook naar het grotere plaatje kijken en dat is niet altijd het geval.”

“Ik begrijp een deel van de kritiek, zij willen gewoon zo snel mogelijk rijden. Maar wij hebben als overkoepelende organisatie het mandaat om te doen wat het beste is voor de sport.”

“Rijders zoals Max Verstappen mogen niet te veel macht hebben. Max is eerlijk en dat weet ik ook te waarderen, voor bepaalde zaken ben ik het met hem eens. Maar zelfs mijn eigen mening is niet altijd doorslaggevend.”

“Mijn taak bestaat erin de ogen open te houden en te handelen in het belang van de sport. Ik besef ook dat bepaalde beslissingen moeilijk liggen met bepaalde fans die er al lang zijn, maar we moeten ook aan de jongere fans denken, en zij staan meer open voor verandering.”

“Verandering is normaal in de topsport. Ook in andere sporttakken worden traditionele benaderingen losgelaten en de Formule 1 is op dat vlak een voorloper.”