Senna RACE 78: 30 oktober 1988, Suzuka

De GP van Japan in 1988 was de voorlaatste race in het turbo-tijdperk. De FISA (de autosportafdeling van de FIA) wilde dat er meer strijd kwam tussen de turbo-motoren en de atmosferische motoren. De technische reglmenten waren voor deze laatsten dan ook veel vrijer. Het seizoen werd gedomineerd door Mclaren-Honda. Alain Prost en Ayrton Senna schreven 15 van de 16 races op hun conto. De 16de, de GP van Italië, werd gewonnen door een Ferrari, nadat Senna een fout maakte bij het dubbelen van Jean-Louis Schlesser.

Het was een dominant seizoen voor Mclaren. Hoewel de twee piloten tegen elkaar raceten voor de kampioenschapstitel, had Ayrton Senna na de GP van België al een danig grote voorsprong op Prost dat deze de hoop op de titel al zowaar had opgeborgen. Maar drie races later was het tij al gekeerd. De Fransman was terug in de race voor de titel.

Met nog twee races te gaan kon Senna in Suzuka de titel mathematisch veilig stellen. Voor de race in Japan had Senna nog een achterstand van 5 punten op Prost die al 84 punten had, rekening houdend met de regel dat enkel de beste 11 resultaten golden. Als Senna op Suzuka kon winnen, had hij 87 punten. Prost zou echter op 84 punten blijven steken als hij als tweede eindigde. In dat geval, mocht Senna zelfs uitvallen in Australië. Dan zou er een gelijkstand zijn, maar Senna was dan wereldkampioen doordat hij meer zeges behaalde.

De kwalificatie voor de GP had een voor dat jaar typisch resultaat. De Mclarens stonden helemaal vooraan, met daarachter Berger, Capelli en co. Senna had de pole veroverd, maar voor hem kon de race echter niet slechter starten. Hij liet zijn motor stilvallen en werd voorbij gereden door bijna de ganse startgrid. Ayrton kon zijn wagen echter nog aan de praat krijgen. Hij liet zijn wagen vooruitbollen op de licht dalende start/finish lijn en kon zo alsnog vertrekken. Hij lag evenwel op een 14de stek en kon beginnen inhalen om tot voorbij de leider, ploegmaat Prost, te geraken. Dat was de enige manier om nu al de titel binnen te halen.

Senna deed wat hij moest doen en begon doorheen het veld te laveren. De ene na de andere moest eraan geloven. Hij was vastberaden ze allemaal te passeren, inclusief Prost. Al na 19 ronden lag hij tweede, achter Prost. Deze had ondertussen te kampen gehad met Ivan Capelli, die hem onder druk wist te zetten. Hierdoor vertraagde het ritme van Prost en kon Senna makkelijker naderbij komen. Nog geen 10 ronden later lag Senna al aan de leiding om deze voor de resterende 23 ronden niet meer af te staan. Prost had toen nog wel te kampen met een nukkige transmissie.

Maar voor de Braziliaan was zijn droom vervuld. Hij had jaren aan een stuk alles, maar dan ook alles gegeven om de wereldtitel te behalen en nu was die oh zo begeerde titel eindelijk in zijn bezit.

Voor Senna was Estoril 1985 lang zijn beste race ooit geweest, maar vanaf nu zou dit Suzuka 1988 zijn, de race waarin hij zijn eerste van drie titels behaalde.
De GP van Japan in 1988 was de voorlaatste race in het turbo-tijdperk. De FISA (de autosportafdeling van de FIA) wilde dat er meer strijd kwam tussen de turbo-motoren en de atmosferische motoren. De technische reglmenten waren voor deze laatsten dan ook veel vrijer. Het seizoen werd gedomineerd door Mclaren-Honda. Alain Prost en Ayrton Senna schreven 15 van de 16 races op hun conto. De 16de, de GP van Italië, werd gewonnen door een Ferrari, nadat Senna een fout maakte bij het dubbelen van Jean-Louis Schlesser.
a:0:{}
Het was een dominant seizoen voor Mclaren. Hoewel de twee piloten tegen elkaar raceten voor de kampioenschapstitel, had Ayrton Senna na de GP van België al een danig grote voorsprong op Prost dat deze de hoop op de titel al zowaar had opgeborgen. Maar drie races later was het tij al gekeerd. De Fransman was terug in de race voor de titel.

Met nog twee races te gaan kon Senna in Suzuka de titel mathematisch veilig stellen. Voor de race in Japan had Senna nog een achterstand van 5 punten op Prost die al 84 punten had, rekening houdend met de regel dat enkel de beste 11 resultaten golden. Als Senna op Suzuka kon winnen, had hij 87 punten. Prost zou echter op 84 punten blijven steken als hij als tweede eindigde. In dat geval, mocht Senna zelfs uitvallen in Australië. Dan zou er een gelijkstand zijn, maar Senna was dan wereldkampioen doordat hij meer zeges behaalde.

De kwalificatie voor de GP had een voor dat jaar typisch resultaat. De Mclarens stonden helemaal vooraan, met daarachter Berger, Capelli en co. Senna had de pole veroverd, maar voor hem kon de race echter niet slechter starten. Hij liet zijn motor stilvallen en werd voorbij gereden door bijna de ganse startgrid. Ayrton kon zijn wagen echter nog aan de praat krijgen. Hij liet zijn wagen vooruitbollen op de licht dalende start/finish lijn en kon zo alsnog vertrekken. Hij lag evenwel op een 14de stek en kon beginnen inhalen om tot voorbij de leider, ploegmaat Prost, te geraken. Dat was de enige manier om nu al de titel binnen te halen.

Senna deed wat hij moest doen en begon doorheen het veld te laveren. De ene na de andere moest eraan geloven. Hij was vastberaden ze allemaal te passeren, inclusief Prost. Al na 19 ronden lag hij tweede, achter Prost. Deze had ondertussen te kampen gehad met Ivan Capelli, die hem onder druk wist te zetten. Hierdoor vertraagde het ritme van Prost en kon Senna makkelijker naderbij komen. Nog geen 10 ronden later lag Senna al aan de leiding om deze voor de resterende 23 ronden niet meer af te staan. Prost had toen nog wel te kampen met een nukkige transmissie.

Maar voor de Braziliaan was zijn droom vervuld. Hij had jaren aan een stuk alles, maar dan ook alles gegeven om de wereldtitel te behalen en nu was die oh zo begeerde titel eindelijk in zijn bezit.

Voor Senna was Estoril 1985 lang zijn beste race ooit geweest, maar vanaf nu zou dit Suzuka 1988 zijn, de race waarin hij zijn eerste van drie titels behaalde.

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email
Print