Toto Wolff denkt dat het gat dichten met Ferrari en Red Bull op gebied van ontwikkeling van hun bolide een heel moeilijke uitdaging voor Mercedes zal worden.

Het is een understatement te stellen dat het seizoen 2022 moeilijk was voor Mercedes, van het dominante team dat we kennen sinds 2014 was er afgelopen seizoen niet veel meer over. Vooral het begin van het seizoen was moeilijk maar mede door het harde werk van het team wist George Russell de GP van Brazilië nog op zijn naam te schrijven. 

Het seizoen werd als het ware nog afgesloten met een positieve noot en dat is altijd leuk met het oog op volgend seizoen maar teambaas Toto Wolff beseft dat zijn team in 2023 nog een grote uitdaging wacht.

“Ik ben iemand die het glas altijd halfleeg ziet, ik zie de risico’s,” aldus Wolff in de podcast ‘Beyond The Grid’.

“Feitelijk, als je een beetje logisch probeert te zijn, was Red Bull gedurende het seizoen heel dominant. Ze zouden anders geen vijftien races of meer gewonnen hebben, ook nog op het einde.”

“Het gaat moeilijk worden om een steilere ontwikkelingscurve te hebben dan die van hen, of ook dan die van Ferrari.”

Wolff hoopt uiteraard dat zijn team ook in 2023 vooruitgang zal blijven boeken. “Ik geloof in de organisatie, uiteindelijk gaat het niet om een gebrek aan downforce, het is meer een probleem om de downforce te laten werken op de auto.” 

“Met onze lessen en de waarden in het team, de mondigheid, de no blame-cultuur, denk ik dat we volgend jaar weer in een sterkere vorm zullen zijn. Hopelijk winnen we races op basis van verdienste en vechten we voor het kampioenschap.”

Red Bull Motorsport-baas Helmut Marko denkt alvast dat Mercedes volgend jaar weer een te duchten tegenstander zal zijn en daar geeft Wolff ook een reactie op.

“Helmut weet heel veel over racen,” aldus Wolff. “Als hij dat zegt moet je dat uiteraard ook aanvaarden. Maar hij praatte ons in het begin van het seizoen ook al omhoog door te zeggen dat we onze zaakjes wel op orde zouden krijgen, maar dat bleek niet het geval te zijn.”

“Commentaar zal er altijd zijn, positief of negatief. En wij moeten uiteindelijk ons beste beentje voor zetten en terug competitief worden.”