U heeft het misschien al opgemerkt: De nieuwe Lotus Renault heeft geen normale uitlaat. Bij de meeste hedendaagse bolides bevindt die zich net voor de diffuser (zoals bij de nieuwe Mercedes duidelijk merkbaar is). Zo wordt er meer downforce gecreëerd. Vroege stond de uitlaat nog zeer dicht bij de plaats waar de motor zich bevindt, maar toen deed het enkel dienst als afvoer voor uitlaatgassen en warmte.
De eerste vraag die meesten zich stelden was: waar zit die uitlaat dan? Er werd gekeken naar de sidepods waar een ongewoon aerodynamisch onderdeel zat. Het zou onlogisch zijn om de hete uitlaatgassen in de sidepods te stuwen. In de sidepods bevinden zich namelijk de radiatoren die de motorolie moeten afkoelen. Er zou dus een grote kans zijn op oververhitting.

De waarschijnlijke uitlaat is nu toch gevonden en zit zeer laag en net voor de sidepods. Zo komen de uitlaatgassen onder de wagen terecht en uiteindelijk dus ook onder de diffuser. Zo kiest Renault voor meer downforce dan de andere systemen en voorlopig zonder andere bijwerkingen. Toen Mercedes vorig jaar de uitlaat net voor en boven de diffuser plaatste begonnen er namelijk stukken van de ophanging te smelten.

Een probleem waar Renault mee te maken kan krijgen is de schommelende hoeveelheid uitlaatgas. Daardoor gaat de hoeveelheid downforce ook fluctueren. Dit merkte men al toen men enkele decennia geleden de uitlaat rechtstreeks in de diffuser verwerkte. De Franse renstal wil het toch proberen. Voor hen wegen de nadelen niet op tegen de voordelen.

Een ander voordeel is dat men de motorkap vanachter nagenoeg volledig kan sluiten, waardoor de luchtweerstand van de wagen redelijk afneemt. De wagen kon tijdens de eerste testdag omwille van technische redenen maar 27 rondjes afwerken en was 2,5 seconden trager dan Sebastian Vettel. Toch blijft men er in geloven dat het concept werkt.

“Zo iets proberen is altijd riskant.” verklaart teambaas Eric Boullier. “Ik ben blij dat we iets nieuw en creatief hebben kunnen ontwikkelen. We krijgen de steun van ons geweldig team en in het bijzonder ons technisch team. We willen snel zijn en terug vooraan kunnen meestrijden.”

“Het heeft tijd nodig, maar je moet blijven ontwikkelen. Je moet zoveel mogelijk manieren vinden om je aerodynamica en je gehele prestaties te kunnen verbeteren. In 2010 merkten we al dat er op dit vlak veel verbetering mogelijk was.”

“Op papier is de wagen al veel sneller dan vorig jaar. De reden dat we iets op de wagen zetten is omdat we denken dat het werkt. Het moet alleen nog bewezen worden op het circuit.” verklaarde de teambaas aan Autosport.

Technisch directeur Rob White geeft toe dat ze al maanden aan het idee werkten: “Vorig jaar was het een van de belangrijkste updates die men moest hebben: de geblazen diffuser. Dat bracht ons op het idee om te proberen de uitlaatgassen nuttiger te gebruiken.”

“Het belangrijkste is dat wanneer de aerodynamische afdeling iets ontwikkeld heeft dat wij het in de wagen kunnen toepassen. Er zijn belangrijke dingen waarmee ze rekening moesten houden zoals de balans. Het team dat het chassis ontwikkeld moest er rekening met houden dat er drukvallen optreden.”

Er blijven dus nog heel wat vragen over het systeem. Het belangrijkste waar we naar uitkijken is de efficiëntie van het systeem. Als het werkt zal het systeem natuurlijk gekopieerd worden door andere teams. Bestaat er ook een kans dat een ander team het mechanisme kan herontwerpen?

Hieronder een schets van hoe het systeem zou werken.
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}