Eind volgend jaar loopt het huidig contract tussen de organisatoren van de ‘Dutch GP’ en de Formule 1 af. Het zorgt er volgens sportief directeur Jan Lammers voor dat ze bij de organisatie achter de ‘Dutch GP’ voor een moeilijke keuze komen te staan.

De voorbereidingen voor de ‘Dutch GP’ van dit jaar zijn in de laatste fase aanbeland. Uiteraard zijn ze opnieuw blij dat Zandvoort de Formule 1 opnieuw mag verwelkomen maar mogelijk is de editie van volgend jaar de laatste want dan loopt het huidig contract immers af.

Niemand lijkt er vanuit te gaan dat er in de jaren nadien geen ‘Dutch GP’ zal plaatsvinden maar ook het financieel plaatje moet nog kloppen. Er is immers geen garantie dat ze de race ook de komende vijf of tien jaar nog zullen kunnen blijven ‘uitverkopen’. En die tickets zijn cruciaal om het financieel plaatje rond te krijgen want de ‘Dutch GP’ is één van de weinige races op de F1-kalender zonder overheidssteun.

Volgens sportief directeur Jan Lammers wordt er met gemengde gevoelens gewerkt richting de editie van dit en volgend jaar.

“Het is een bijzondere Grand Prix natuurlijk, omdat wij ook in een best aparte situatie zitten. We naderen namelijk het einde van onze overeenkomst,” vertelt Jan Lammers in gesprek met ‘RacingNews365’. “We komen voor een enorm dilemma te staan. Als we besluiten om ervoor te gaan, dan nemen we een enorm financieel risico. En als je niets doet en je krijgt het niet voor elkaar… We hebben het nu vier jaar lang redelijk uitverkocht, maar ga je dat in jaar zes en zeven ook krijgen en nog verder in de toekomst?”

“Dat zijn ondernemersrisico’s die er niet om liegen. En we samen met Silverstone natuurlijk een van de promotors die het zonder overheidssteun moeten doen. Dat maakt het volgens mij ook wat minder makkelijk dan bij andere locaties.”

Er zullen echter belangrijke beslissingen moeten genomen worden om de ‘Dutch GP’ ook in de toekomst te verzekeren van een plaats op de F1-kalender. In de wandelgangen wordt daarbij steeds nadrukkelijker rekening gehouden met een scenario waarbij er afwisselend een race in België en Nederland plaatsvindt. Op die manier zouden de kosten gedrukt kunnen worden, er moet immers niet jaarlijks een fee betaald worden, en tegelijkertijd is de kans bijzonder groot dat beide races uitverkocht geraken.