McLaren-CEO Zak Brown laat weten dat hij denkt dat de ingreep van de FIA inzake gelijkheid van de motoren een sleutelelement was in de constructeurstitel van McLaren.

In 2018 besliste de FIA de motorenleveranciers zowel de fabrieks- als de klantenteams moest voorzien van motoren met dezelfde specificaties. In de eerste vier jaar van het turbo-hybride-tijdperk hadden klantenteams niet dezelfde instellingen ter beschikking als de fabrieksteams.

De ingreep bleek anno 2024 niet zonder resultaat te zijn gebleven want McLaren werd voor het eerst in het hybride-tijdperk wereldkampioen bij de constructeurs en dit als klantenteam.

“Ik denk dat de grootste verandering, die totale gelijkheid heeft gebracht, is dat je motormapping hetzelfde moet zijn,” vertelde Brown aan de media. “Dat was het verschil tussen een fabrieksteam en een klantenteam, er waren allemaal verschillende vermogensmodi die niet hetzelfde hoefden te zijn.”

“Zodra die regel er was, had ik er alle vertrouwen in dat je de motor uit Lewis Hamiltons auto kon halen en in Lando’s auto kon zetten en vice versa. Het is dezelfde krachtbron.” 

“Waar het fabrieksteam een voordeel heeft, is dat ze zich iets meer bewust zijn van de verpakking van de motor, dus als ze hun auto gaan ontwerpen, hebben ze een voorsprong op het gebied van verpakking en ontwerp. 

“Maar we hebben bewezen dat als je goed werk levert, je dat kunt overwinnen.”