In 2021 keerde de Formule 1 terug naar Zandvoort voor de ‘Dutch Grand Prix’. Het werd de nieuwe maatstaf voor heel wat andere races maar na amper twee edities lijkt er een serieus haar in de boter tussen de gemeente Zandvoort en de organisatie achter de ‘Dutch GP’.

Voor het derde jaar op rij slaagde de organisatie van de ‘Dutch GP’ erin om supersnel tienduizenden tickets te verkopen maar ondanks de enorme populariteit van de race en Max Verstappen, en met Nyck de Vries nu zelfs een tweede Nederlander op de F1-startgrid, hangen er donkere wolken boven het circuit.

De ‘Dutch GP’ staat normaal minstens tot 2025 op de F1-kalender maar of dat ook daadwerkelijk het geval zal zijn lijkt hoogst onzeker. De gemeente Zandvoort en de organisatoren van de ‘Dutch GP’ liggen immers overhoop en dat kan ernstige gevolgen hebben.

Volgens de Nederlandse ”De Telegraaf’ is er vanuit de gemeente Zandvoort felle tegenstand ontstaan tegenover de organisatie van de ‘Dutch GP’. Alles draait rond de ‘vermakelijkheidsbelasting’. Zandvoort wil dat de organisatoren van de GP van Nederland dergelijke belasting voortaan betaalt.

Uiteraard was men de voorbije jaren in Zandvoort erg trots dat ze de Formule 1 opnieuw konden aantrekken maar de gemeente investeert volgens ‘De Telegraaf’ jaarlijks meer dan 600 000 euro om de F1-race te kunnen huisvesten. Het betalen van de ‘vermakelijkheidsbelasting’ moet dat compenseren. Dergelijke belasting zal dan weer ongetwijfeld de tickets voor de ‘Dutch GP’ duurder maken.

Jan Lammers, sportief directeur van de ‘Dutch GP’ is fel tegen dergelijke belasting gekant maar volgens Jerry Kramer, fractievoorzitter van ‘Jong Zandvoort’, de grootste partij in Zandvoort, is de toekomst van de F1-race hoogst onzeker.

“Als gemeente maken we elk jaar kosten voor de Formule 1, zo’n zes ton,” aldus Kramer tegenover ‘De Telegraaf’ toen hij de reactie van de organisatoren van de ‘Dutch GP’ vernam. “Op deze manier sta ik er niet achter om dat bedrag weer te investeren.”

Kramer is ook niet te spreken over de manier van communiceren vanuit het Circuit Zandvoort en de organisatie achter de ‘Dutch GP’.

“Daarover ben ik pisnijdig. Het lijkt erop dat de Dutch Grand Prix-directie een verdeel en heers-strategie toepast. Ze nodigen de oppositiepartijen uit om ze in stelling te brengen tegenover het college. Ze negeren de wethouder en de burgemeester. Het is heel droevig. Ze moeten beseffen dat ze hiermee de toekomst van de Formule 1 op het spel zetten,” besluit Kramer tegenover ‘De Telegraaf’.