Net als veel andere teams hoopte McLaren om in 2022 van de volledig nieuwe regels en nieuwe generatie F1-bolides te profiteren om een grote stap vooruit te zetten. In plaats van een grote stap vooruit werd het echter een stap achteruit en dat tempert ook de ambities voor komend seizoen.

Het voorbije seizoen eindigde McLaren als vijfde in het constructeurskampioenschap, een teleurstellend resultaat, dat moet ook McLaren-baas Zak Brown toegeven. Het seizoen bleek een beproeving voor McLaren, zeker ook voor Daniel Ricciardo die aan het einde van het seizoen de renstal vroegtijdig vaarwel zei.

“Het was zeker en vast een moeilijk seizoen,” vertelde Brown tegenover ‘Speedcafe’. “Vijfde worden is een teleurstelling, zeker wanneer je vorig jaar vierde werd en daarvoor derde.”

“We hadden onze uitdagingen. We hadden zeker en vast soms goede weekends, zoals het mooie podium van Lando. Maar vervolgens hadden we ook problemen met Daniel om zijn performance te maximaliseren. Jullie weten maar al te goed dat we gedurende het volledige seizoen moeilijkheden hadden en ons in het vizier van de media bevonden.”

Met Oscar Piastri als vervanger voor Daniel Ricciardo krijgt Lando Norris komend seizoen een nieuwe teamgenoot. Zak Brown verwacht alvast veel van het nieuwe seizoen, al tempert hij meteen ook de verwachtingen.

“We zijn enorm opgewonden dat we opnieuw een Australiër in onze wagen zullen hebben en dat gebeurde niet zonder de nodige portie drama en armworstelen,” aldus Brawn. “Dus ja, het was een zwaar jaar.”

“We hebben twee focuspunten waaraan we erg veel aandacht besteden. Het eerste is hoe ver we verwijderd zijn van het winnende team, en als dat team niet Mercedes is dan gaan we ons ook met Mercedes vergelijken want Mercedes levert onze motor.”

“Dat zijn onze twee punten waarmee we ons gaan vergelijken om te zien of we competitief zijn en we willen ons komend jaar dichterbij bevinden dan het voorbije seizoen. Los daarvan is het erg moeilijk een specifiek cijfer of doel voorop te stellen. We willen uiteraard erg graag opnieuw op zijn minst vierde in het kampioenschap eindigen. Ik denk echter dat we op technologisch vlak echt nog meer nodig hebben om in de top drie te geraken.”