Fernando Alonso heeft in een Ferrari gewonnen in Italië. De laatste die hem dat voordeed was Michael Schumacher in 2004, maar de Spanjaard is nog ver verwijderd van een derde wereldtitel.
Na een desastreuze race in Spa zag Alonso zijn kansen op het wereldkampioenschap slinken. Toch is er nog niets definitief na zijn zege in Ferrari’s thuisland. De Spanjaard richt zich duidelijk niet op raceoverwinningen, maar gaat vol voor het wereldkampioenschap. De tweevoudig wereldkampioen waarschuwt voor een nood aan constante prestaties.
“Ik denk dat deze uitslag het hele team vertrouwen en motivatie geeft.” verklaart Alonso. “We moeten hard blijven werken en mogen niet opgeven. Eén slechte race of uitvalbeurt kan de hele stand weer door elkaar schudden.”
“Vandaag reden we goed, twee weken geleden slecht. Wat we nodig hebben is constantheid. Dat is het belangrijkste. De laatste vijf gp’s zijn de belangrijkste en daar moeten we heel wat punten weten te verzamelen.”
“Vandaag zullen we nog vieren en maandag en dinsdag gaan we terug naar Maranello, waar er ook nog gevierd zal worden, maar dan ligt de focus op de rest van het seizoen.”
Alonso moest bij de start Jenson Button laten voorgaan. Door een ronde later te stoppen dan de regerende wereldkampioen kwam hij aan de leiding, die hij niet meer zou afstaan.
“We waren aan het zoeken naar het ideaal moment voor de pitstop. Het moest een ronde voor of na Jenson (Button). We moesten wachten op het juiste moment. Toen hij eindelijk binnen kwam moest ik erg hard pushen en konden de mecaniciens zich klaar maken. Mijn ronde was goed denk ik, niet fantastisch, maar de bandenwissel was geweldig.”
“Thuis winnen voor Ferrari kan ik alleen vergelijken met mijn winst in Barcelona in 2006. Dat was een bijzonder moment en dat was het vandaag opnieuw. Een geweldig gevoel.”
a:1:{s:9:”file_name”;s:18:”Ferrari_Logo_3.jpg”;}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}