Volgens Pat Symonds, de F1 chief technical officer, heeft de Formule 1 te fel gereageerd in haar streven om het zogenaamde ‘porpoising-probleem’ op te lossen. Vooral na de GP van Azerbeidzjan heeft de FIA volgens Symonds te fel en te snel willen ingrijpen.

Na afloop van de stratenrace in Bakoe zagen we een fysiek gepijnigde Lewis Hamilton uit zijn wagen kruipen. De alarmbellen bij de FIA gingen figuurlijk af en er werd besloten om dringend in te grijpen door een serie maatregelen op te leggen die porpoising moesten tegengaan of op zijn mist beperken.

“Ik denk dat we na de race in Bakoe overgereageerd hebben,” aldus Symonds tegenover ‘Auto Motor und Sport. “In Bakoe zagen we de grootste impact want een team probeerde iets dat niet werkte en vervolgens gingen ze publiekelijk serieus kritiek uiten.”

“Mochten ze niet zijn tussengekomen dan zou het probleem zijn opgelost. De meeste teams begrijpen nu hoe ze het stuiteren kunnen controleren.”

Symonds geeft echter ook toe dat ook hij, zonder zijn jarenlange ervaring als F1-engineer, het probleem niet zagen aankomen toen de regels met het zogenaamde ‘grondeffect’ opgesteld werden.

“Ik moet toegeven, het bevond zich niet op onze radar,” aldus Symonds. “We hadden het echter moeten voorzien.”

“We hadden de mogelijkheid om het op voorhand te ontdekken want we hebben met dynamische simulaties gewerkt. We hebben ze bijvoorbeeld gebruikt om te zien wat er gebeurt wanneer een wagen spint en er lucht onder de wagen terechtkomt. Het type incident zoals we Mark Webber hebben zien hebben in Valencia. Zoiets vereist speciale software die we hadden kunnen gebruiken om er op te anticiperen en het stuiteren te begrijpen.”