“Ben je daar zeker van Willi?”, vraagt Schumacher als manager Willi Weber hem aanraadt de overstap naar Ferrari te wagen eind 1995. “Ik haal hen op de piste net zo makkelijk in als alle anderen.” Schumacher zelf speelt met het idee om naar McLaren te verkassen. Toch kan Willi Weber hem in het hoofd praten dat Ferrari de juiste oplossing is. Het team is nog niet zo lang geleden versterkt met Jean Todt. De Fransman die naam maakte door het Peugeot team naar de rally-wereldtitel te loodsen. Willi Weber bedisselt voor de overstap van Schumacher een recordbedrag in de annalen van de Scuderia. De grote Enzo zelve zou zich hebben omgedraaid in zijn graf. De redenering is echter dat Schumacher op dat moment de enige dubbelkampioen in titel is.
Het jaar 1996 wordt besloten met drie overwinningen, het hoogste totaal voor Ferrari sinds lange tijd. Maar een niet zo bijster resultaat voor Schumacher die het gevecht om de wereldtitel zich ziet afspelen onder de Williamsrijders. Ver buiten het technische bereik van de Ferrari. Weliswaar was er snel een eerste overwinning in Spanje voor “Schumi” en de rode machine, zij het dan in de regen, omstandigheden waarmee “Regenmeister” Schumacher geen problemen had. Onder normale omstandigheden bleek de Ferrari te breekbaar. Dit werd op Magny Cours dat jaar pijnlijk geïllustreerd als de motor van de rode bolide nog in de opwarmronde de geest geeft. Weg kans op overwinning en een vergeefse pole position ook. De zegereeks met 9 overwinningen uit 1995 lijkt nu veraf. Na seizoen 1996 is het dan ook Schumacher zelve die er op aandringt dat Ross Brawn, het tactische genie van Benetton, overkomt naar Ferrari.
Het seizoen 1997 wordt dus ingezet onder een heel andere benadering. Het trio Todt-Schumacher-Brawn is op elkaar ingespeeld en de Ferrari V10 een pak betrouwbaarder. Toch komt het op enkele punten aan tijdens de seizoensfinale op Jerez. Waar het in 1994 nog kon lijken op een ongelukje is het nu voor de wereld duidelijk dat een Schumacher de druk niet aankan en een opzittende Villeneuve moedwillig probeert van de piste te duwen. Adelaide 1994 had al een schaduw van twijfel geworpen over de wereldtitel van toen. Het voorval in Jerez 97 zal hem lang worden aangevreven.
Maar het verhaal van Schumacher bij Ferrari is bovenal een succesverhaal. Het is een relaas van overwinningen, van poles, van snelste rondes. Record na record wordt door Schumacher verbroken. Toch zit het hem soms tegen. Zoals in 1998, als hij in de dichte regen in Spa de McLaren van Coulthard niet ziet en er tegenknalt. Commotie op de baan en in de pits. In Suzuka van dat jaar 1998 verspeelt hij door een klapband definitief de titel aan Hakkinen. “Volgend jaar is er weer een kampioenschap en dan zullen we het opnieuw proberen”, zegt een Schumacher vol zelfvertrouwen. Maar amper in de helft van het seizoen 1999 ligt de droom alweer aan diggelen. Een akelig uitziend ongeluk tegen 250 km/u op Silverstone laat hem achter met een beenbreuk. Slechts in Maleisië, de voorlaatste GP keert hij terug terwijl het er naar uitziet dat zijn teamgenoot Eddie Irvine de gooi naar de titel mag doen voor Ferrari. Schumacher keert terug en verwordt van prima donna tot waterdrager voor zijn teamgenoot. En weeral gaat Hakkinen met de titel lopen op Suzuka. In 2000, vroeg in het kampioenschap, beveelt Todt, voor de ogen van een miljoenenpubliek, aan teamgenoot Barrichello om Schumacher vrije baan te laten. De fans kunnen er niet om lachen. Hetzelfde scenario wordt echter in 2001 nogmaals ostentatief herhaald. Ditmaal kunnen fans en de FIA er nog minder om lachen. Hoge bomen vangen veel wind en Schumacher en Ferrari lopen in de vuurlijn.
De Ferrari-expres raast vanaf 2000 door F1-land. 2000 wordt het magische jaar. Een nieuwe titel, de derde voor Schumacher, en eindelijk een nieuwe titel voor Ferrari, de eerste van de eeuwwisseling, de eerste in 21 jaar! De titel wordt redelijk eenvoudig behaald in 2000 en in 2001. Wordt zelfs met veel overmacht behaald in 2002. Het wordt het Schumacher-recordjaar. Er is zoveel Ferrari overmacht dat de FIA vreest voor het verlies van alle spanning in toekomstige kampioenschappen. Het puntensysteem wordt herzien maar weeral is het Ferrari en Schumacher die in 2003, ditmaal in extremis met de titel gaan lopen. En terug met veel overmacht in 2004. Ondertussen heeft Schumacher de topplaats ingenomen in de meeste F1-statistieken. Hij is “Schumi” geworden, de “Keizer”, de “Rode Baron”.
De terugval komt in 2005. Nieuw, jong talent komt op. Spanjaard Alonso grijpt de Grand Prix’ in de ongenaakbare Renault. De Ferrari-machine sputtert voor het eerst in jaren: motor en chassis zijn niet op hetzelfde niveau als dat van de concurrentie, bandenleverancier Bridgestone laat het afweten. Ook Schumacher’s onophoudelijke inzet is deze keer niet voldoende om de kansen te doen keren. Veertien jaren in de F1 ondertussen. Het pensioen wenkt. Maar in 2006 wil hij nog één gooi doen naar het kampioenschap. Een fabelachtige 8ste wereldtitel. Ferrari staat aanvankelijk machteloos tegenover de suprematie van Renault. Schumacher gooit weer alles in de strijd, inclusief een controversieel manoeuvre in Monaco. Het levert hem een sanctie op. Dan keren de kansen. Ferrari komt op stoom, Renault heeft tegenslag en alles ziet er goed uit tot, weeral in Suzuka, het ondenkbare gebeurt. Een Ferrari-motor geeft de geest. Nu moet de grote Schumacher opboksen tegen quasi-onmogelijke kansen. Met een ware show neemt hij afscheid van de F1, net buiten het podium, op een vierde plaats. Een vierde plaats, die hij heel even mocht vasthouden met de Jordan in 1991. De cirkel is rond.
“Ben je daar zeker van Willi?”, vraagt Schumacher als manager Willi Weber hem aanraadt de overstap naar Ferrari te wagen eind 1995.
a:0:{}
“Ik haal hen op de piste net zo makkelijk in als alle anderen.” Schumacher zelf speelt met het idee om naar McLaren te verkassen. Toch kan Willi Weber hem in het hoofd praten dat Ferrari de juiste oplossing is. Het team is nog niet zo lang geleden versterkt met Jean Todt. De Fransman die naam maakte door het Peugeot team naar de rally-wereldtitel te loodsen. Willi Weber bedisselt voor de overstap van Schumacher een recordbedrag in de annalen van de Scuderia. De grote Enzo zelve zou zich hebben omgedraaid in zijn graf. De redenering is echter dat Schumacher op dat moment de enige dubbelkampioen in titel is.
Het jaar 1996 wordt besloten met drie overwinningen, het hoogste totaal voor Ferrari sinds lange tijd. Maar een niet zo bijster resultaat voor Schumacher die het gevecht om de wereldtitel zich ziet afspelen onder de Williamsrijders. Ver buiten het technische bereik van de Ferrari. Weliswaar was er snel een eerste overwinning in Spanje voor “Schumi” en de rode machine, zij het dan in de regen, omstandigheden waarmee “Regenmeister” Schumacher geen problemen had. Onder normale omstandigheden bleek de Ferrari te breekbaar. Dit werd op Magny Cours dat jaar pijnlijk geïllustreerd als de motor van de rode bolide nog in de opwarmronde de geest geeft. Weg kans op overwinning en een vergeefse pole position ook. De zegereeks met 9 overwinningen uit 1995 lijkt nu veraf. Na seizoen 1996 is het dan ook Schumacher zelve die er op aandringt dat Ross Brawn, het tactische genie van Benetton, overkomt naar Ferrari.
Het seizoen 1997 wordt dus ingezet onder een heel andere benadering. Het trio Todt-Schumacher-Brawn is op elkaar ingespeeld en de Ferrari V10 een pak betrouwbaarder. Toch komt het op enkele punten aan tijdens de seizoensfinale op Jerez. Waar het in 1994 nog kon lijken op een ongelukje is het nu voor de wereld duidelijk dat een Schumacher de druk niet aankan en een opzittende Villeneuve moedwillig probeert van de piste te duwen. Adelaide 1994 had al een schaduw van twijfel geworpen over de wereldtitel van toen. Het voorval in Jerez 97 zal hem lang worden aangevreven.
Maar het verhaal van Schumacher bij Ferrari is bovenal een succesverhaal. Het is een relaas van overwinningen, van poles, van snelste rondes. Record na record wordt door Schumacher verbroken. Toch zit het hem soms tegen. Zoals in 1998, als hij in de dichte regen in Spa de McLaren van Coulthard niet ziet en er tegenknalt. Commotie op de baan en in de pits. In Suzuka van dat jaar 1998 verspeelt hij door een klapband definitief de titel aan Hakkinen. “Volgend jaar is er weer een kampioenschap en dan zullen we het opnieuw proberen”, zegt een Schumacher vol zelfvertrouwen. Maar amper in de helft van het seizoen 1999 ligt de droom alweer aan diggelen. Een akelig uitziend ongeluk tegen 250 km/u op Silverstone laat hem achter met een beenbreuk. Slechts in Maleisië, de voorlaatste GP keert hij terug terwijl het er naar uitziet dat zijn teamgenoot Eddie Irvine de gooi naar de titel mag doen voor Ferrari. Schumacher keert terug en verwordt van prima donna tot waterdrager voor zijn teamgenoot. En weeral gaat Hakkinen met de titel lopen op Suzuka. In 2000, vroeg in het kampioenschap, beveelt Todt, voor de ogen van een miljoenenpubliek, aan teamgenoot Barrichello om Schumacher vrije baan te laten. De fans kunnen er niet om lachen. Hetzelfde scenario wordt echter in 2001 nogmaals ostentatief herhaald. Ditmaal kunnen fans en de FIA er nog minder om lachen. Hoge bomen vangen veel wind en Schumacher en Ferrari lopen in de vuurlijn.
De Ferrari-expres raast vanaf 2000 door F1-land. 2000 wordt het magische jaar. Een nieuwe titel, de derde voor Schumacher, en eindelijk een nieuwe titel voor Ferrari, de eerste van de eeuwwisseling, de eerste in 21 jaar! De titel wordt redelijk eenvoudig behaald in 2000 en in 2001. Wordt zelfs met veel overmacht behaald in 2002. Het wordt het Schumacher-recordjaar. Er is zoveel Ferrari overmacht dat de FIA vreest voor het verlies van alle spanning in toekomstige kampioenschappen. Het puntensysteem wordt herzien maar weeral is het Ferrari en Schumacher die in 2003, ditmaal in extremis met de titel gaan lopen. En terug met veel overmacht in 2004. Ondertussen heeft Schumacher de topplaats ingenomen in de meeste F1-statistieken. Hij is “Schumi” geworden, de “Keizer”, de “Rode Baron”.
De terugval komt in 2005. Nieuw, jong talent komt op. Spanjaard Alonso grijpt de Grand Prix’ in de ongenaakbare Renault. De Ferrari-machine sputtert voor het eerst in jaren: motor en chassis zijn niet op hetzelfde niveau als dat van de concurrentie, bandenleverancier Bridgestone laat het afweten. Ook Schumacher’s onophoudelijke inzet is deze keer niet voldoende om de kansen te doen keren. Veertien jaren in de F1 ondertussen. Het pensioen wenkt. Maar in 2006 wil hij nog één gooi doen naar het kampioenschap. Een fabelachtige 8ste wereldtitel. Ferrari staat aanvankelijk machteloos tegenover de suprematie van Renault. Schumacher gooit weer alles in de strijd, inclusief een controversieel manoeuvre in Monaco. Het levert hem een sanctie op. Dan keren de kansen. Ferrari komt op stoom, Renault heeft tegenslag en alles ziet er goed uit tot, weeral in Suzuka, het ondenkbare gebeurt. Een Ferrari-motor geeft de geest. Nu moet de grote Schumacher opboksen tegen quasi-onmogelijke kansen. Met een ware show neemt hij afscheid van de F1, net buiten het podium, op een vierde plaats. Een vierde plaats, die hij heel even mocht vasthouden met de Jordan in 1991. De cirkel is rond.