Een legende op Spa-Francorchamps: Stirling Moss

Terwijl het F1 kampioenschap in China zijn eindfase inluidt, deed men het op het circuit van Spa dit weekend iets rustiger aan. Ik zeg wel iets rustiger want er werden aardig wat robbertjes gevochten op het scherp van de snede in de verscheidene races van het programma voor de “Six Heures de Spa” voor “historic racing” wagens.

De revelatie van deze “Six Heures” was echter de komst van Stirling Moss op Spa. In F1 termen niet minder dan een legende : 24 podia in de F1 met 16 poles en 16 overwinningen. Hij werd verscheidene malen vice-wereldkampioen in de jaren 50, onder andere naast de grote Fangio. Moss is nu 77 jaar oud maar de oude knar ziet er nog fantastisch uit. Meer nog : hier op Francorchamps schreef hij zich nog in voor een echte wedstrijd, de race voor de “Woodcote trophy”, sportwagens uit de jaren 50 en 60. Hij rijdt nog altijd een stuk of 6 wedstrijden per jaar “just for the joy of driving”, zoals hij het uitdrukt.

“Ik heb altijd een voorkeur gehad voor natuurlijke circuits”, zegt Moss, maar moet dan even diep in zijn geheugen graven, “het moet in 1950 of 1951 zijn dat ik hier voor het eerst reed. Heel juist kan ik dat niet meer zeggen. Ik reed meer dan 520 autoraces in mijn carrière. Op moderne circuits zijn de curbstones en de uitloopzones duidelijke veiligheidselementen die niet meer toelaten dat de piloten hun echte kunnen tonen. Francorchamps is een uitzondering en zonder twijfel een van de mooiste circuits ter wereld.”

Moss had zelf twee zware ongelukken in de F1. Denkt hij daar aan als hij de start neemt van een wedstrijd?

“Ik probeer er niet aan te denken maar het is bijvoorbeeld moeilijker op Goodwood omdat ze daar nog steeds dezelfde bocht gebruiken. Hier op Spa is de lay-out veranderd en dus is het makkelijker om zulke dingen te vergeten.”

De wagen dan. De kleine Osca MT4 uit 1953, met zijn 1500cc motor, waarmee hij start is zeker niet de beste of krachtigste wagen in de wedstrijd. Frustrerend? Een vierdubbele vice-wereldkampioen uit de F1 is wel beter gewoon?

“Integendeel! De Osca is wel klein maar zeer wendbaar en bovendien zeer plezierig om mee te rijden. Trouwens, op mijn leeftijd is het beter om een makkelijk handelbare wagen te hebben. Ik zou deze Osca zelfs verkiezen boven de grotere Jaguars waar we tegen op moeten in deze Woodcote Trophy. We zijn uit op de winst in onze klasse (Class 3 of Class C) en samen met mijn co-piloot Gavin Pickering klokten we de beste tijd van onze klasse. Maar we moeten ook de Lotus Mk IX en de Frazier-Nash van onze concurrenten wel zwaar in het oog houden.”

Zoals gezegd vallen deze “Six Heures” samen met de GP van China. Volgt hij nog steeds de moderne racerij?

“Natuurlijk wel! Vanmorgen heb ik dadelijk de resultaten van de F1 kwalificatieritten bekeken. Beste tijd voor Alonso en Schumacher slechts 6de. Om eerlijk te zijn hoop ik dat Alonso dit wint en wereldkampioen wordt. Michael is een zeer goede rijder maar wat hij deed in Monaco dit jaar was ontoelaatbaar. Ik besefte toen dat in zijn ogen F1 geen sport is maar business. Hoewel ik natuurlijk moet toegeven dat hij een zeer groot kampioen is. Maar dat terzijde vind ik dat hij, volgens mij, niet de grootste aller tijden is. Fangio, Senna en Prost zijn zeker superieur aan Schumacher, zowel sportief als door hun menselijke kantjes. Maar ook Gilles Villeneuve was een groot rijder, zoals Jean Behra. Twee echte vechtjassen als ze op het circuit gingen. Maar de beste rijder,in mijn ogen, is een voor de meesten onbekend iemand : Tony Brooks die reed voor Vanwall, Ferrari en Aston-Martin.”

Moss zijn voorspellingen komen uit. Tijdens de race voor de Woodcote Trophy halen de lichte Lotus MkIX en beide Frazier-Nashes, met hun zware 2-liter motor, de bovenhand. Pickering brengt de kleine Osca binnen na zijn stint en Moss neemt over in zijn oude helm met linnen flappen, smettloze witte overall en lederen schoentjes. De enige moderne toegeving die hij doet is een grote sneeuwbril, die past beter over zijn bril. Met een verbazende lenigheid klimt hij in de wagen en sprint weg. Moss haalt nog enkele rondes lang wat seconden uit de voorsprong van de Nashes totdat in de eindfase van de wedstrijd iedereen zijn stelling probeert te houden. Moss-Pickering eindigen 4de in klasse3. Terwijl alle aandacht van reporters en TV weer naar Moss toegaat grijpen we even de kans om zijn jonge teamgenoot Gavin Pickering aan het woord te laten.

“Inderdaad, ik kan zelfs van de oude Moss nog het een en het ander leren. Hij is nog goed bijdehand, op meer dan 1 vlak”, voegt hij er met een knipoog aan toe! “De wagen gedroeg zich eigenlijk wel zeer goed”, vervolgt de jonge Gavin, “maar ja, we moeten dit jaar rijden met een nieuwe soort opgelegde banden. Dunlops, goedgekeurd door de organisatie en moet je kijken…” Hij wijst op de Dunlops die achteraan inderdaad zwaar afslijten aan de randen.” Moss ziet dat we over de wagen bezig zijn en wil van Pickering details weten. “We hadden het over de banden”…”Ow..”, hij kan er verder niet veel over zeggen want ze hebben een afspraak en moeten weg.

Slechts 1 ding wil ik nog weten en dus klamp ik de teameigenaar even aan : “Waarom Moss met Pickering en waarom deze Osca?”

“Ah, interessant detail. Deze Osca is de zusterauto van de Briggs-Cunningham auto die in 1953 de 12u van Sebring won. Het daaropvolgende jaar won Moss het evenement met een andere Osca MT4. Gavin is de zoon van de mede-eigenaar van de wagen en Moss is een goede Osca rijder en zag dit wel zitten.”

Moss en Gavin Pickering lopen richting paddock, omgeven door nog enkele fans, fotografen en vooral vrouwen, allemaal zeker 30 jaar jonger dan de kranige oude Moss. De herfstzon zorgt voor een gepaste gouden gloed rond hem. Het is overduidelijk : daar loopt een echte legende!
Terwijl het F1 kampioenschap in China zijn eindfase inluidt, deed men het op het circuit van Spa dit weekend iets rustiger aan. Ik zeg wel iets rustiger want er werden aardig wat robbertjes gevochten op het scherp van de snede in de verscheidene races van het programma voor de “Six Heures de Spa” voor “historic racing” wagens.
a:0:{}
De revelatie van deze “Six Heures” was echter de komst van Stirling Moss op Spa. In F1 termen niet minder dan een legende : 24 podia in de F1 met 16 poles en 16 overwinningen. Hij werd verscheidene malen vice-wereldkampioen in de jaren 50, onder andere naast de grote Fangio. Moss is nu 77 jaar oud maar de oude knar ziet er nog fantastisch uit. Meer nog : hier op Francorchamps schreef hij zich nog in voor een echte wedstrijd, de race voor de “Woodcote trophy”, sportwagens uit de jaren 50 en 60. Hij rijdt nog altijd een stuk of 6 wedstrijden per jaar “just for the joy of driving”, zoals hij het uitdrukt.

“Ik heb altijd een voorkeur gehad voor natuurlijke circuits”, zegt Moss, maar moet dan even diep in zijn geheugen graven, “het moet in 1950 of 1951 zijn dat ik hier voor het eerst reed. Heel juist kan ik dat niet meer zeggen. Ik reed meer dan 520 autoraces in mijn carrière. Op moderne circuits zijn de curbstones en de uitloopzones duidelijke veiligheidselementen die niet meer toelaten dat de piloten hun echte kunnen tonen. Francorchamps is een uitzondering en zonder twijfel een van de mooiste circuits ter wereld.”

Moss had zelf twee zware ongelukken in de F1. Denkt hij daar aan als hij de start neemt van een wedstrijd?

“Ik probeer er niet aan te denken maar het is bijvoorbeeld moeilijker op Goodwood omdat ze daar nog steeds dezelfde bocht gebruiken. Hier op Spa is de lay-out veranderd en dus is het makkelijker om zulke dingen te vergeten.”

De wagen dan. De kleine Osca MT4 uit 1953, met zijn 1500cc motor, waarmee hij start is zeker niet de beste of krachtigste wagen in de wedstrijd. Frustrerend? Een vierdubbele vice-wereldkampioen uit de F1 is wel beter gewoon?

“Integendeel! De Osca is wel klein maar zeer wendbaar en bovendien zeer plezierig om mee te rijden. Trouwens, op mijn leeftijd is het beter om een makkelijk handelbare wagen te hebben. Ik zou deze Osca zelfs verkiezen boven de grotere Jaguars waar we tegen op moeten in deze Woodcote Trophy. We zijn uit op de winst in onze klasse (Class 3 of Class C) en samen met mijn co-piloot Gavin Pickering klokten we de beste tijd van onze klasse. Maar we moeten ook de Lotus Mk IX en de Frazier-Nash van onze concurrenten wel zwaar in het oog houden.”

Zoals gezegd vallen deze “Six Heures” samen met de GP van China. Volgt hij nog steeds de moderne racerij?

“Natuurlijk wel! Vanmorgen heb ik dadelijk de resultaten van de F1 kwalificatieritten bekeken. Beste tijd voor Alonso en Schumacher slechts 6de. Om eerlijk te zijn hoop ik dat Alonso dit wint en wereldkampioen wordt. Michael is een zeer goede rijder maar wat hij deed in Monaco dit jaar was ontoelaatbaar. Ik besefte toen dat in zijn ogen F1 geen sport is maar business. Hoewel ik natuurlijk moet toegeven dat hij een zeer groot kampioen is. Maar dat terzijde vind ik dat hij, volgens mij, niet de grootste aller tijden is. Fangio, Senna en Prost zijn zeker superieur aan Schumacher, zowel sportief als door hun menselijke kantjes. Maar ook Gilles Villeneuve was een groot rijder, zoals Jean Behra. Twee echte vechtjassen als ze op het circuit gingen. Maar de beste rijder,in mijn ogen, is een voor de meesten onbekend iemand : Tony Brooks die reed voor Vanwall, Ferrari en Aston-Martin.”

Moss zijn voorspellingen komen uit. Tijdens de race voor de Woodcote Trophy halen de lichte Lotus MkIX en beide Frazier-Nashes, met hun zware 2-liter motor, de bovenhand. Pickering brengt de kleine Osca binnen na zijn stint en Moss neemt over in zijn oude helm met linnen flappen, smettloze witte overall en lederen schoentjes. De enige moderne toegeving die hij doet is een grote sneeuwbril, die past beter over zijn bril. Met een verbazende lenigheid klimt hij in de wagen en sprint weg. Moss haalt nog enkele rondes lang wat seconden uit de voorsprong van de Nashes totdat in de eindfase van de wedstrijd iedereen zijn stelling probeert te houden. Moss-Pickering eindigen 4de in klasse3. Terwijl alle aandacht van reporters en TV weer naar Moss toegaat grijpen we even de kans om zijn jonge teamgenoot Gavin Pickering aan het woord te laten.

“Inderdaad, ik kan zelfs van de oude Moss nog het een en het ander leren. Hij is nog goed bijdehand, op meer dan 1 vlak”, voegt hij er met een knipoog aan toe! “De wagen gedroeg zich eigenlijk wel zeer goed”, vervolgt de jonge Gavin, “maar ja, we moeten dit jaar rijden met een nieuwe soort opgelegde banden. Dunlops, goedgekeurd door de organisatie en moet je kijken…” Hij wijst op de Dunlops die achteraan inderdaad zwaar afslijten aan de randen.” Moss ziet dat we over de wagen bezig zijn en wil van Pickering details weten. “We hadden het over de banden”…”Ow..”, hij kan er verder niet veel over zeggen want ze hebben een afspraak en moeten weg.

Slechts 1 ding wil ik nog weten en dus klamp ik de teameigenaar even aan : “Waarom Moss met Pickering en waarom deze Osca?”

“Ah, interessant detail. Deze Osca is de zusterauto van de Briggs-Cunningham auto die in 1953 de 12u van Sebring won. Het daaropvolgende jaar won Moss het evenement met een andere Osca MT4. Gavin is de zoon van de mede-eigenaar van de wagen en Moss is een goede Osca rijder en zag dit wel zitten.”

Moss en Gavin Pickering lopen richting paddock, omgeven door nog enkele fans, fotografen en vooral vrouwen, allemaal zeker 30 jaar jonger dan de kranige oude Moss. De herfstzon zorgt voor een gepaste gouden gloed rond hem. Het is overduidelijk : daar loopt een echte legende!