Fernando Alonso vindt dat F1-rijders tegenwoordig veel beter voorbereid zijn dan vroeger, maar de tweevoudig wereldkampioen haalt nog altijd een hoog niveau, soms tegen rijders die half zo oud zijn.
Met bijna vierhonderd races op de teller is Fernando Alonso een echte veteraan in de Formule 1 en het stopt nog niet voor de Spanjaard want de volgende twee seizoenen kunnen we nog zeker van zijn capriolen op de baan genieten. Op 43-jarige leeftijd staat er nog altijd geen maat op de Aston Martin-rijder maar het is hem opgevallen dat jonge rijders tegenwoordig meteen indruk kunnen maken tijdens hun eerste races in de F1.
De achttienjarige Bearman mocht invallen voor Carlos Sainz bij Ferrari en met slechts een oefensessie achter de kiezen wist hij meteen Q3 te bereiken. Hij wist tijdens zijn debuutrace meteen ook punten te scoren en hij deed dat kunstje nog eens fijntjes over toen hij bij Haas de geschorste Kevin Magnussen mocht vervangen in Azerbeidzjan.
Alonso vertelt dat jonge rijders tegenwoordig beter voorbereid zijn als ze debuteren in de sport en hij haalt de voorbeelden van Bearman bij Ferrari en Haas en Colapinto bij Williams aan om dat te duiden.
“Ik denk dat ze het ongelooflijk goed hebben gedaan en dat siert ze. Ze zijn beter voorbereid, ja. Ze doen meer aan simulator, ja. Ze doen wat testen met oudere F1-bolides en andere testen, ja. Maar het is niet hetzelfde als je test en dan gaat racen, en zij hadden de druk van het racen en het stratencircuit en dat soort dingen, en ze hebben het ongelooflijk goed gedaan,” zei Alonso.
“Het kampioenschap bestaat ook uit 24 races, en ze moeten 10 maanden op dit topniveau presteren, en dat is waarschijnlijk nog een uitdaging. Maar tot nu toe zijn ze ongelooflijk goed geweest en dat is goed voor de sport en de toekomst,” voegde Alonso eraan toe.