Tegenover de radiozender ‘Radio 538’ blikte Jos Verstappen terug op het voorbije raceweekend in Las Vegas. Jos kon er zelf niet bijzijn omdat hij de griep had maar volgens hem leeft gans familie steeds heel hard mee met Max, zeker het voorbije weekend omdat hij voor de vierde keer wereldkampioen kon worden.
“Ik heb Max anderhalf uur voor de start nog gesproken,” vertelde Jos tegenover ‘Radio 538’. “Dat doen we altijd. Verder spanning, natuurlijk, en hoop je dat het de goede kant op gaat.”
“Natuurlijk is het fijner (om erbij te zijn) maar ik vind het af en toe ook lekker om thuis te blijven en niet de stress van de hele week te ervaren. Max weet toch dondersgoed wat hij moet doen, dus ik hoef er ook niet altijd meer bij te zijn en daar voel ik me prima bij.”
Volgens Verstappen senior was Max best positief gestemd voorafgaand aan de race, ook al mocht hij niet van op de eerste startrijen vertrekken. Max stond echter wel voor Lando Norris op de startgrid en dat was belangrijk met het oog op het binnenhalen van de wereldtitel.
“Goed, positief,” vertelt Jos over hoe Max klonk voorafgaand aan de race. “Hij wist alleen niet hoe de banden het uit gingen houden, maar ik had er al een goed gevoel bij toen hij na vijf of zes ronden naar voren kwam. Je zag ook dat de McLarens niet heel snel waren, dus het zag er goed uit.”
“Hier hebben we het ooit samen voor gedaan. Dat is ook wat Max zegt. Zijn hele familie lijdt eronder, zijn moeder, zijn zus en oma. Iedereen leeft met hem mee en zoals hij al zei: soms bellen we hem en heeft hij geen tijd. Daar zit hij mee en dan is het mooi dat je zulke grote successen hebt.”
Jos Verstappen sloot af door ook nog wat te vertellen over hoe Max terugkeerde naar Nederland en hoe hij zijn wereldtitel heeft gevierd.
“Ik heb hem al ontmoet in Amsterdam, want hij landde daar. Hij moest een paar mensen afzetten. Daarna zijn onder andere zijn moeder en zijn zus in het vliegtuig gestapt. Hij moest benzine hebben en is weer doorgevlogen. Ik kan je ook zeggen dat hij niet heeft geslapen, tot 10:30 uur is doorgezakt, zijn koffers heeft gepakt en naar Amsterdam is gevlogen. Moet kunnen, toch?”