Max Verstappen mag dan wel een viervoudig wereldkampioen zijn, met misschien een vijfde in het verschiet, maar dat maakt niet dat hij binnenkort zal gaan rekenen in het kampioenschap.
Na een moeilijk weekend in Monaco maakte Max Verstappen al duidelijk dat hij niet echt bezig is met de tussenstand om het wereldkampioenschap, maar dat hij het race per race aanpakt.
Meer dan een vierde plaats zat er voor de wereldkampioen niet in tijdens de GP van Monaco en dat maakt dat hij nu de derde plaats bezet in de tussenstand van het wereldkampioenschap met vijfentwintig punten minder dan de wk-leider Oscar Piastri.
“Eigenlijk denk ik niet echt na over het wereldkampioenschap,” aldus Verstappen. “Ik wil het gewoon race per race bekijken.”
Red Bull heeft het moeilijk met lage snelheid bochten, in Monaco betekende dat voor Verstappen dat hij er het beste van moest maken en in het defensief duiken.
Na een kwalificatie achter de McLarens en Ferrari’s moest Red Bull aan de slag op strategisch vlak. Ze hielden Verstappen op de baan tot de voorlaatste ronde in de hoop dat er nog iets zou gebeuren, maar dat was niet het geval en de Nederlander moest zich tevreden stellen met een vierde plaats.
“Natuurlijk kun je op sommige circuits wat competitiever zijn en op andere wat meer moeite hebben. En ik denk dat het duidelijk was dat we, opnieuw in Monaco, worstelden”, legde hij uit.
“Maar eerlijk gezegd hebben we hier elk jaar moeite gehad met deze nieuwe generatie auto’s. Alleen in ’23 hadden we een enorm tempovoordeel. Alleen in ’23 hadden we een enorm tempovoordeel, en dan win je nog steeds de race. Maar alle andere jaren waren voor mij persoonlijk altijd een grote strijd.”
Ondanks dat het nooit leuk is om net naast het podium te vallen, gaf Verstappen ridderlijk toe dat zijn team er het maximale uitgehaald had met de middelen die het ter beschikking had.
“Ik denk dat we het gezien ons tempo het hele weekend goed hebben gedaan,” zei hij.
“Maar ja, ik denk dat we als team natuurlijk nooit blij zijn met P4. Maar we moeten het ook accepteren als we onze beperkingen met de auto kennen.”