McLaren-rijder Oscar Piastri laat zijn licht schijnen over de Formule 1, over hoe moeilijk het is de balans te vinden tussen eigenbelang en teamspirit en over het transparant zijn naar de fans toe maar tegelijk toch het bewaren van de geheimen van het team.

“Autosport is een beetje een rare sport, omdat het in sommige opzichten een individuele sport binnen een teamsport is,” zei Piastri in een recent interview met ‘GQ magazine’ over zijn tweede seizoen bij McLaren. Het team doet het erg goed, in het kampioenschap voor constructeurs zijn ze genaderd tot op acht punten van Red Bul met nog acht races voor de boeg.

Zowel Norris als Piastri hebben dit seizoen al races gewonnen en dat leidt onvermijdelijk tot spanningen over het feit wie nu de nummer één binnen het team is. Volgens Piastri tonen die spanningen aan dat rijders het team op de eerste plaats moeten zetten maar dat ze tegelijk ook egoïstisch moeten zijn om hun eigen doelen te bereiken. Bij de start van de GP van Italië passeerde Piastri zijn teamgenoot tijdens de eerste ronde.

“In de positie waarin we ons nu bevinden, vechtend voor het kampioenschap en een buitenkans op een rijderskampioenschap, voegt dat een compleet ander element toe aan wat we in het verleden als team hadden,” erkende Piastri. “Het is vrij eenvoudig om te begrijpen dat we een geweldig team zijn, met ambities van duizenden mensen en miljoenen fans.”

 “We hebben een zeer grote kans om het constructeurskampioenschap te winnen, dus het is vrij eenvoudig om ons daarop te richten,” zei hij. “Er speelt een heel groot geheel.”

“Ik ben tenslotte maar één van de twee jongens die in de auto mag rijden,” voegde hij er bescheiden aan toe. “Hopelijk kan ik een beetje het verschil maken op de baan, zoals alle rijders dat doen. Het is een coole positie om in te zitten.”

“Maar als rijder zit er ook een element van egoïsme in en dat is deels wat ons sterk maakt als rijders,” zei hij. “Als je je auto snel genoeg maakt, krijg je de kans om beide in balans te brengen.”

Het gevoel in de paddock heerst dat McLaren binnenkort een keuze zal moeten maken tussen hun twee rijders wat betreft de teamorders. Dat zet nog een ander aspect van de sport in de verf, ze wil open zijn naar de fans maar tegelijk is ze gebonden aan vertrouwelijkheids- en intellectuele eigendomsovereenkomsten op bijna elk gebied van haar activiteiten.

“Uiteindelijk zijn zelfs de manier waarop je gaat racen, de gesprekken en de afspraken die je hebt met je rijder, onderdeel van je intellectuele eigendom”, vertelde McLaren-teambaas Andrea Stella vorige week in Monza aan de media. “We willen open zijn, we willen transparant zijn en iedereen inzicht geven in wat er gaande is. Maar we willen ook een soort vertrouwelijkheid voor onszelf bewaren.”

Over toekomstige teamorders zei Stella: “We willen integriteit en eerlijkheid behouden in de manier waarop we racen. We willen ons gezond verstand gebruiken, maar tegelijkertijd moeten we zeker meedoen in de strijd om beide kampioenschappen.”

“Als we beide kampioenschappen winnen, is dat een enorme stimulans en daar profiteert het hele team van,” stelde hij. “Zelfs als Oscar de andere rijder is, zelfs de steun die hij geeft aan het team of aan Lando, voor hem is het een investering.”

“Vergeet niet dat Oscar midden in zijn tweede seizoen zit,” voegde hij eraan toe. “De toekomst is aan Oscar, oké? Je moet ervoor zorgen dat het eerlijk is als het tijd is om hem te steunen.”

“Ik denk dat het zal zijn als de dingen die we zeggen verstandig zijn, volgens de principes die ik eerder zei, zoals eerlijkheid.”