De voorbije weken heeft FIA-voorzitter Mohammed Ben Sulayem zich niet echt populair gemaakt. Enkele discutabele uitspraken zorgden ervoor dat de F1-bazen op hun achterste poten steigerden en ook bij de F1-teams lijkt Ben Sulayem het te hebben verkorven.

Onlangs werden vrouwonvriendelijke uitspraken die Mohammed Ben Sulayem meer dan twintig jaar geleden deed opnieuw naar boven gehaald. Ondanks het feit dat het over erg ‘oude uitspraken’ ging zou je volgens ingewijden uit de autosportwereld verwachten dat een FIA-voorzitter met een vorm van excuses komt maar die kwamen er dus niet. Een woordvoerder van de FIA kwam wel met een reactie nadat er rond de bewuste uitspraken commotie ontstond (Lees: FIA: “Seksistische commentaren Mohammed Ben Sulayem uit 2001 weerspiegelen niet de overtuigingen van onze voorzitter”).

Daarnaast deed Mohammed Ben Sulayem ook enkele uitspraken over het bod van meer dan 20 miljard dollar dat vanuit Saoedi-Arabië op de Formule 1 werd gedaan. Ben Sulayem insinueerde dat het bod slecht was voor de sport en eerst met de FIA afgetoetst zou moeten worden, wat niet waar is want Liberty Media is de commerciële rechtenhouder van de Formule 1 (Lees: FIA-voorzitter haalt uit na bod van 20 miljard om de F1 te kopen: “Belang van de sport is belangrijker dan geld!”).

Ook bij de F1-teams lijkt de FIA-voorzitter ondertussen alle krediet kwijt. Zo liet een F1-teambaas tegenover de BBC, op voorwaarde van gegarandeerde anonimiteit, optekenen dat “Iedereen hem weg wil hebben, dat is duidelijk een algemeen standpunt dat is ingenomen.”

Het ziet er dus naar uit dat Mohammed Ben Sulayem zich geen misstap meer kan veroorloven, een groot contrast met zijn voorganger Jean Todt, die jarenlang als FIA-voorzitter de figuurlijke rots in de branding was. Meer zelfs, er gaan stemmen op om een zogenaamde ‘motie van wantrouwen’ in te dienen, maar het is maar de vraag of er binnen de statuten van de FIA is opgenomen dat een regerend FIA-voorzitter tijdens zijn ambtstermijn aan de kant geschoven kan worden.