Sebastian Vettel liet onlangs vallen dat een V10-motor met schone brandstof in de F1 misschien wel een alternatief zou kunnen zijn voor de toekomst maar daar is de sportief directeur van de Formule 1, Ross Brawn, het niet mee eens.

In het voorprogramma van de GP van Groot-Brittannië gaf Sebastian Vettel een demo met de Williams FW14B waarmee Nigel Mansell in 1992 de wereldtitel veroverde. Sinds hij door het leven gaat als een ‘groene jongen’ wilde hij dat ook doen met respect voor het milieu en tijdens de demo draaide de Renault V10-motor op milieuvriendelijke brandstof. 

De viervoudige wereldkampioen staat naast milieuactivist ook bekend als een nostalgicus en na zijn demo was hij dan ook in de wolken dat hij de dertig jaar oude Williams de sporen had mogen geven. Hij stak ook zijn voorliefde voor de V10-motoren niet onder stoelen of banken en stelde dat het misschien een optie zou kunnen zijn voor de toekomst van de Formule 1 als ze functioneren op milieuvriendelijke brandstof.

Daar is het Ross Brawn het echter helemaal niet mee eens, hij laat weten dat er in 2026 niet zal worden teruggekeerd naar de schreeuwende bolides uit het verleden.

“Ik begrijp wel wat hij zegt,” aldus Brawn tegenover ‘Motorsport.com.’ “Ik denk dat we graag zien dat een aantal motorfabrikanten de filosofie van een zeer efficiënte hybride steunen, want er zijn nog andere factoren: het brandstofverbruik, het soort brandstof dat we gebruiken, de efficiëntie van de motoren.”

“Efficiëntie is nog steeds een grote factor. Dus zelfs als je op volledig duurzame brandstoffen rijdt, wil je nog steeds efficiëntie. We houden dus vast aan een hybride oplossing.”

“Het is aantrekkelijk voor de motorfabrikanten, ze staan erachter en financieren het onderzoek. Ik denk niet dat er momenteel één motorfabrikant is die geld in een V10 zou steken. Dat is eigenlijk een andere formule. Het is F2, niet F1.”

Brawn denkt ook dat de meeste fans niet meer zitten te wachten op bolides die zoveel lawaai produceren.

“Er is een nieuwe doelgroep die er misschien niet kan aan wennen”, aldus de Brit. “Mensen houden van verschillende dingen, en er is een groot aantal fans die het idee dat ze een praatje kunnen maken op de tribunes terwijl de auto’s rondrijden waarschijnlijk best leuk vinden. Voor hen is het niet zo belangrijk.”

“We kwamen uit een tijdperk waarin we graag een V12 hoorden schreeuwen, maar het was pijnlijk. Je vergeet hoe luid ze echt waren.”