To know or not to know

Weet je wat het verschil is tussen een Formule 1-freak en een doorsnee sportliefhebber? De kennis van de Formule 1. Dat ondervind ik dit seizoen nog meer dan ooit. Op de Sporza TV-redactie werd na Maleisië wel eens meer de vraag gesteld waarom Michael Schumacher ‘zo slecht’ aan het rijden is. Dan mag je met handen en voeten proberen uit te leggen dat hij niet slecht rijdt, maar één van de tot nu toe al vele slachtoffers is van de reglementen, het gaat er blijkbaar moeilijk in bij veel mensen. Schumacher is ‘slechts’ zesde, dus rijdt hij slecht ! Dat een team een motor wisselt uit voorzorg, om toch maar geen risico te nemen, en daardoor tien plaatsen achteruit moet op de starting grid, lijkt plots wel visserslatijn.

Je kan het hen niet kwalijk nemen. Als bepaalde reglementen al op de korrel worden genomen door de teams/rijders en zelfs Formule 1-kenners het voorlopig nog altijd moeilijk hebben om bijvoorbeeld de nieuwe kwalificatieformule te begrijpen, dan kan je moeilijk verwachten dat een voetbalfan, die nu en dan eens naar de Formule 1 kijkt, plots F1-basiskennis niét in vraag gaat stellen. Hiermee bedoel ik dat al die (nieuwe) reglementen inderdaad wel voor meer spanning (en onduidelijkheid) zorgen, maar is dat ook een goeie zaak voor het brede publiek? Ik hoor het F1-fans al zeggen: “Allé, waarom legt die Lammens nu uit dat de rode lichten uit moeten zijn vooraleer de wagens mogen starten?” Tja, een terechte vraag van een ‘kenner’ natuurlijk, maar je zou nog verrast opkijken hoeveel kijkers dat niét weten. Laat staan dat ze weten dat de motoren het twee Grote Prijzen moeten uithouden, of dat de tien laatsten van de kwalificaties in de laatste 20 minuten moeten rijden met de benzine waarmee ze aan de start van de GP zullen komen.

100.000 kijkers hebben om acht uur ’s morgens gekeken naar de GP van Maleisië. Wat héél behoorlijk is. Maar het is dus mijn taak om die 90.000 kijkers die gewoon spektakel en strijd willen zien, te begeleiden doorheen de race. Zij raadplegen niet elke dag een F1-website om de laatste nieuwsjes te weten te komen. In het beste geval hebben ze op zaterdag een F1-artikel in de krant gelezen. And that’s it ! Die 10.000 anderen hebben eigenlijk geen commentator nodig, want – geef ik toe – velen van hen weten het zelfs beter. En vanuit die luie zetel is het sowieso al makkelijker om de race te volgen. Ik wil alleen toch maar eens duidelijk maken dat een commentator een ‘specialist’ is die ook rekening moet houden met het brede publiek.

Voor de Grote Prijs van Australië mik ik op zo’n 50.000 vroege vogels. Al valt ’t dit jaar nog mee. Door de verandering van uur – in Australië zijn ze van zomer naar winter gegaan – starten de wagens dit jaar niet om 4u (zoals de voorbije jaren) maar wel om 6u. Scheelt toch als je ’t mij vraagt. Ik zelf ben ter plaatse. Voor mij dus ‘no worries’ want commentaar om 14u plaatselijke tijd. Een verademing toch wel en ook een pak idealer dan tijdens de GP van Maleisië. Dat betekende voor mij om 3u ’s nachts opstaan, tegen half vijf op de redactie, nog wat informatie doornemen om dan vanaf kwart voor acht commentaar te geven. Nu ben ik dat al enkele jaren gewoon natuurlijk, maar het blijft een extra mentale inspanning vergen. Een uur voor de race begin je je weeral wat moe te voelen. Tijdens de race zet je dat dan wel weer van je af, maar ik ben er zeker van dat ik zeker niet even goed geconcentreerd ben als tijdens een GP na de middag. Dan zeg je plots bijvoorbeeld weer ‘BAR Honda’ in plaats van ‘Honda’, of ga je plots Villeneuve met Sato verwarren. Begrijp je?

Ik kijk alweer uit naar m’n jaarlijkse trip naar Australië. Super land en super volk ! Gert Vermersch (m’n co-commentator) en ik zijn intussen een beetje verliefd geworden op het land. Doet me eraan denken dat ik een smsje moet sturen naar Djamel, de Botswanese taxichauffeur die ik vorig jaar heb leren kennen in Melbourne. Die mag ons een dag of vijf rondvoeren in Melbourne. Toch tof hé als je over een privé-chauffeur kan beschikken?

En moge de GP van Australië een spetterende worden, zonder al te veel commotie over al dan niet ‘flexibele vleugels’ en zonder pech voor Kimi Raikkonen. Want zeg nu zelf, Renault is weer heel sterk begonnen en heeft misschien al weer de basis gelegd voor één of twee titels, maar de Franse stal heeft alleszins niet te klagen over een tekort aan tegenslag bij de grote concurrenten. Al moeten we eraan toevoegen: voor een team dat ‘slechts’ over het op vier na grootste budget beschikt in de Formule 1, levert Renault uitstekend werk. Regelmaat en betrouwbaarheid zijn de sleutels van het succes. Toyota, Ferrari, McLaren en Honda mogen er een voorbeeld aan nemen.

Stefaan Lammens
VRT TV Sporza

Stefaan Lammens studeerde op het einde van de jaren ’80 af als licentiaat vertaler Engels-Duits. Na z’n studies werkte hij vijf jaar als enige vaste beroepssportjournalist bij het West-Vlaamse weekblad Het Wekelijks Nieuws. In die periode begon ie ook als losse medewerker voor VRT TV Sport te werken, tot toenmalig eindredacteur Marc Stassijns hem vroeg om full time op de redactie in Brussel aan de slag te gaan. Dat doet ie nu al bijna negen jaar. Eerst deed ie vooral veel ervaring op achter de schermen, sinds 2000 is Stefaan ook te zien óp het scherm als presentator/anker. Dit jaar begint ie aan z’n vijfde jaar als F1-commentator. Stefaan Lammens wordt 39 jaar in juli.
Weet je wat het verschil is tussen een Formule 1-freak en een doorsnee sportliefhebber? De kennis van de Formule 1. Dat ondervind ik dit seizoen nog meer dan ooit. Op de Sporza TV-redactie werd na Maleisië wel eens meer de vraag gesteld waarom Michael Schumacher ‘zo slecht’ aan het rijden is. Dan mag je met handen en voeten proberen uit te leggen dat hij niet slecht rijdt, maar één van de tot nu toe al vele slachtoffers is van de reglementen, het gaat er blijkbaar moeilijk in bij veel mensen. Schumacher is ‘slechts’ zesde, dus rijdt hij slecht ! Dat een team een motor wisselt uit voorzorg, om toch maar geen risico te nemen, en daardoor tien plaatsen achteruit moet op de starting grid, lijkt plots wel visserslatijn.
a:0:{}
Je kan het hen niet kwalijk nemen. Als bepaalde reglementen al op de korrel worden genomen door de teams/rijders en zelfs Formule 1-kenners het voorlopig nog altijd moeilijk hebben om bijvoorbeeld de nieuwe kwalificatieformule te begrijpen, dan kan je moeilijk verwachten dat een voetbalfan, die nu en dan eens naar de Formule 1 kijkt, plots F1-basiskennis niét in vraag gaat stellen. Hiermee bedoel ik dat al die (nieuwe) reglementen inderdaad wel voor meer spanning (en onduidelijkheid) zorgen, maar is dat ook een goeie zaak voor het brede publiek? Ik hoor het F1-fans al zeggen: “Allé, waarom legt die Lammens nu uit dat de rode lichten uit moeten zijn vooraleer de wagens mogen starten?” Tja, een terechte vraag van een ‘kenner’ natuurlijk, maar je zou nog verrast opkijken hoeveel kijkers dat niét weten. Laat staan dat ze weten dat de motoren het twee Grote Prijzen moeten uithouden, of dat de tien laatsten van de kwalificaties in de laatste 20 minuten moeten rijden met de benzine waarmee ze aan de start van de GP zullen komen.

100.000 kijkers hebben om acht uur ’s morgens gekeken naar de GP van Maleisië. Wat héél behoorlijk is. Maar het is dus mijn taak om die 90.000 kijkers die gewoon spektakel en strijd willen zien, te begeleiden doorheen de race. Zij raadplegen niet elke dag een F1-website om de laatste nieuwsjes te weten te komen. In het beste geval hebben ze op zaterdag een F1-artikel in de krant gelezen. And that’s it ! Die 10.000 anderen hebben eigenlijk geen commentator nodig, want – geef ik toe – velen van hen weten het zelfs beter. En vanuit die luie zetel is het sowieso al makkelijker om de race te volgen. Ik wil alleen toch maar eens duidelijk maken dat een commentator een ‘specialist’ is die ook rekening moet houden met het brede publiek.

Voor de Grote Prijs van Australië mik ik op zo’n 50.000 vroege vogels. Al valt ’t dit jaar nog mee. Door de verandering van uur – in Australië zijn ze van zomer naar winter gegaan – starten de wagens dit jaar niet om 4u (zoals de voorbije jaren) maar wel om 6u. Scheelt toch als je ’t mij vraagt. Ik zelf ben ter plaatse. Voor mij dus ‘no worries’ want commentaar om 14u plaatselijke tijd. Een verademing toch wel en ook een pak idealer dan tijdens de GP van Maleisië. Dat betekende voor mij om 3u ’s nachts opstaan, tegen half vijf op de redactie, nog wat informatie doornemen om dan vanaf kwart voor acht commentaar te geven. Nu ben ik dat al enkele jaren gewoon natuurlijk, maar het blijft een extra mentale inspanning vergen. Een uur voor de race begin je je weeral wat moe te voelen. Tijdens de race zet je dat dan wel weer van je af, maar ik ben er zeker van dat ik zeker niet even goed geconcentreerd ben als tijdens een GP na de middag. Dan zeg je plots bijvoorbeeld weer ‘BAR Honda’ in plaats van ‘Honda’, of ga je plots Villeneuve met Sato verwarren. Begrijp je?

Ik kijk alweer uit naar m’n jaarlijkse trip naar Australië. Super land en super volk ! Gert Vermersch (m’n co-commentator) en ik zijn intussen een beetje verliefd geworden op het land. Doet me eraan denken dat ik een smsje moet sturen naar Djamel, de Botswanese taxichauffeur die ik vorig jaar heb leren kennen in Melbourne. Die mag ons een dag of vijf rondvoeren in Melbourne. Toch tof hé als je over een privé-chauffeur kan beschikken?

En moge de GP van Australië een spetterende worden, zonder al te veel commotie over al dan niet ‘flexibele vleugels’ en zonder pech voor Kimi Raikkonen. Want zeg nu zelf, Renault is weer heel sterk begonnen en heeft misschien al weer de basis gelegd voor één of twee titels, maar de Franse stal heeft alleszins niet te klagen over een tekort aan tegenslag bij de grote concurrenten. Al moeten we eraan toevoegen: voor een team dat ‘slechts’ over het op vier na grootste budget beschikt in de Formule 1, levert Renault uitstekend werk. Regelmaat en betrouwbaarheid zijn de sleutels van het succes. Toyota, Ferrari, McLaren en Honda mogen er een voorbeeld aan nemen.

Stefaan Lammens
VRT TV Sporza

Stefaan Lammens studeerde op het einde van de jaren ’80 af als licentiaat vertaler Engels-Duits. Na z’n studies werkte hij vijf jaar als enige vaste beroepssportjournalist bij het West-Vlaamse weekblad Het Wekelijks Nieuws. In die periode begon ie ook als losse medewerker voor VRT TV Sport te werken, tot toenmalig eindredacteur Marc Stassijns hem vroeg om full time op de redactie in Brussel aan de slag te gaan. Dat doet ie nu al bijna negen jaar. Eerst deed ie vooral veel ervaring op achter de schermen, sinds 2000 is Stefaan ook te zien óp het scherm als presentator/anker. Dit jaar begint ie aan z’n vijfde jaar als F1-commentator. Stefaan Lammens wordt 39 jaar in juli.

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email
Print