Toto Wolff: “Geen enkel F1-team zal nog acht keer op rij kampioen worden”

Mercedes F1 team
Mercedes F1 team

Volgens Mercedes-motorsportbaas Toto Wolff zal geen enkel team in de voetsporen van Mercedes kunnen stappen en acht keer op rij kampioen worden. Dat ligt volgens Toto Wolff niet alleen aan de uitzonderlijke prestatie van Mercedes maar ook aan de manier waarop het F1-reglement is aangepast.

“Ik denk dat je gewoon beter je ding moet doen dan de anderen,” aldus Wolff. “Het is een relatieve strijd en we weten wie vandaag onze tegenstanders zijn, er zullen morgen andere tegenstanders zijn en daarna nog anderen en dat omwille van het budgetplafond. Dit is hoe de sport hoort te zijn,niet één team, niet drie teams maar misschien vijf teams die voor de titels strijden en de omgeving is inderdaad veranderd.”

“Ik denk niet dat er iemand in de toekomst nog acht wereldtitels op rij zal veroveren, daarom zijn de nieuwe regels ook zo uitgetekend.”

Volgens Wolff is het voor teams moeilijke om een kloof snel te dichten, al zorgen de regels met beperking tot het beperken en uitbreiden van de windtunneltijd, afhankelijk van de uitslag in het kampioenschap, ervoor dat teams in de achterhoede sneller vooruitgang kunnen boeken.

“Ik denk dat het moeilijker is omdat je niet echt meer kan investeren dan een ander team om zo sneller vooruitgang te boeken,” aldus Wolff. “Maar de manier waarop het aerodynamisch reglement is uitgewerkt, en de straf die Red Bull heeft gekregen, dat is 25 procent minder tijd in de windtunnel, dat kan een effect hebben.”

“De manier waarop de regels, het beperken van de windtunnel enz. geschreven zijn, dat zorgt ervoor dat teams die meer naar achter eindigen een grotere stap vooruit kunnen zetten in vergelijking met de teams vooraan.”

“Dat is ook de rede waarom we in de toekomst kampioenschappen zullen zien die veel closer zijn. Wanneer je laatste bent krijg je immers 40 of 50 procent meer tijd in de windtunnel.”

“Dat is duidelijk een voordeel dat je kan benutten. Is het iets dat wij kunnen benutten? Wie zal het zeggen?”