Sebastian Vettel was bijzonder ontgoocheld na afloop van de kwalificatie. Vettel geraakte niet verder dan een zevende tijd, al zou Ferrari volgens hem normaal op de eerste startrij moeten staan.

In de aanloop naar de kwalificatie was de snelheid van Ferrari veelbelovend. Tijdens de tweede oefensessie liet Vettel zelfs de snelste tijd noteren en de verwachtingen voor de kwalificatie waren dan ook hooggespannen.

De kwalificatie verliep aanvankelijk ook goed voor Ferrari, met competitieve tijden in Q2. Tijdens Q3, wanneer er met de supersoft werd gereden wist Ferrari echter geen serieuze stap vooruit te zetten.

Op de supersoft was Sebastian Vettel in Q3 immers slechts 0,004 seconde sneller dan zijn besttijd in Q2 op de tragere soft-compound. Een groot verschil met de andere rijders, die op de supersoft hun tijden vaak een halve seconde konden verbeteren.

Het gebrek aan een stap vooruit zorgde ervoor dat Ferrari uiteindelijk tevreden moest zijn met de zesde en zevende plaats op de startgrid, waarbij Vettel opnieuw verslagen werd door Raikkonen. Volgens Vettel zou Ferrari normaal echter op de eerste startrij horen te staan.

“Het weekend verliep zeer positief tot aan de kwalificatie. Ik keek dan ook enorm hard uit naar de kwalificatie en de wagen verdiende volgens mij een plaats op de eerste startrij,” aldus Vettel. “Ik denk niet dat je zoiets optimistisch mag noemen maar eerder realistisch. Uiteindelijk werd het geen realiteit want we kwalificeerden ons slechts als zesde en zevende.”

“Iets verliep duidelijk niet zoals het hoorde maar we hebben met onze wagen nog steeds een goed gevoel op dit circuit. Hopelijk kunnen we dat op zondag ook tonen. Na de kwalificatie zijn we echter overduidelijk teleurgesteld. Ik moet jullie niet uitleggen dat je zondag veel moeilijker wordt wanneer je in plaats van op de eerste startrij als zevende moet vertrekken.”
a:0:{}
Gewoon nieuwsitem
a:0:{}