Corinna Schumacher en haar zoon Mick hebben in de nieuwe Netflix-documentaire over Michael Schumacher een inkijk gegeven over het leven van de zevenvoudig F1-kampioen sinds zijn ski-ongeluk.

Aan het einde van 2013 hield Michael Schumacher zware verwondingen over aan een ski-ongeluk in Frankrijk. Sinds 2014 is de zevenvoudig wereldkampioen Formule 1 weer thuis bij zijn familie in Zwitserland maar hoe het met hem gesteld is weten slechts een paar enkelingen.

De familie communiceert bijna nooit over de gezondheidstoestand van Michael Schumacher maar in de nieuwe documentaire, die vanaf 15 september op Netflix zal te zien zijn, lichten ze een tip van de sluier op.

“Natuurlijk mis ik Michael elke dag,” aldus Corinna Schumacher in de documentaire. “Maar ik ben niet de enige die hem mist, de kinderen, de familie, zijn vader, iedereen rond hem.”

“Iedereen mist Michael, maar Michael is hier. Anders, maar hij is er, en dat geeft ons kracht vind ik.”

Ze bevestigt ook dat Michael Schumacher behandeld wordt: “We zijn samen. We wonen samen thuis en we volgen therapie.”

“We doen alles wat we kunnen om Michael beter te maken en om ervoor te zorgen dat hij zich comfortabel voelt en om hem gewoon onze familie, onze band te laten voelen. En wat er ook gebeurt, ik zal alles doen wat ik kan. Dat zullen we allemaal doen.”

“We proberen als familie door te gaan op de manier zoals Michael het graag zag en nog steeds doet”, voegt ze eraan toe. “En we gaan verder met ons leven. ‘Privé is privé’ zei hij altijd. Het is voor mij heel belangrijk dat hij zo veel mogelijk van zijn privéleven kan blijven genieten, Michael heeft ons altijd beschermd, nu beschermen wij Michael.”

Zoon Mick maakt dit jaar zijn debuut in de Formule 1 en hij laat weten dat hij het enorm jammer vindt dat hij niet kan praten met zijn vader over zijn carrière. 

“Sinds het ongeluk zijn deze familie-ervaringen, deze momenten die veel mensen volgens mij met hun ouders hebben, niet meer aanwezig, of in mindere mate, en in mijn ogen is dat een beetje oneerlijk,” zegt hij.

“Ik denk dat pa en ik elkaar nu op een andere manier zouden begrijpen, simpelweg omdat we een vergelijkbare taal spreken, de taal van de autosport, en dat we veel meer zouden hebben om over te praten. En dat is waar mijn hoofd het grootste deel van de tijd is, denkend dat dat zo cool zou zijn. Daar zou ik alles voor opgeven.”