Volgens Lewis Hamilton moet de Formule 1 iets doen om ervoor te zorgen dat er eindelijk ook vrouwen op de startgrid staan. De Formule 1 heeft volgens de Brit immers een ‘genderprobleem’.

Lewis Hamilton is een voorvechter van gelijke rechten, strijdt tegen discriminatie en voor meer inclusiviteit. Daarbij is hem al langer opgevallen dat de Formule 1 een mannenwereld is. De voorbije jaren zien we wel geleidelijk aan meer vrouwen in de sport, zelfs tot in de garages van de teams. Maar één ding ontbreekt nog steeds: een vrouw op de startgrid.

Het is inderdaad al van in 1976 geleden met Lella Lombardi dat er nog eens een vrouw op de F1-startgrid stond. Onlangs liet de Amerikaanse Danica Patrick nog verstaan dat vrouwen niet enkel en alleen in specifieke raceseries voor vrouwen moeten rijden maar effectief de strijd met mannen zouden moeten aangaan (“Vrouwelijke racepiloten zijn beter voorbereid door tegen mannen te racen”).

Hamilton vindt dat de Formule 1 met een ‘genderprobleem’ kampt en dat de sport werk moet maken van een vrouw op de startgrid van de Formule 1. De voorbije jaren viel echter te horen dat het nog een lange tijd zal duren alvorens er eindelijk nog eens een vrouw zal deelnemen aan een F1-race.

“Sinds ik in de Formule 1 actief ben zijn er alleen maar mannen geweest. De Formule 1 heeft een genderprobleem dat al jaren onderbelicht is,” aldus Hamilton die in 2007 in de Formule 1 debuteerde.

Opvallend is dat Hamilton nog verder gaat dan enkel en alleen de aanwezigheid van een vrouw op de startgrid. Volgens Hamilton is de terminologie in het reglement ook gericht op mannen. Hamilton is van mening dat de term ‘bestuurder’ in het reglement nog steeds een uitsluitend mannelijke betekenis heeft en hij zou graag hebben de het F1-reglement meer genderneutraal wordt opgesteld zoals bijvoorbeeld in de MotoGP is gebeurd.

De FIA laat echter weten dat de term ‘bestuurder’ zowel een mannelijke als vrouwelijke betekenis kan hebben en dat er zich op dat vlak volgens hen dus geen probleem stelt. Wel wil de FIA bekijken of er op het vlak van terminologie andere aanpassingen noodzakelijk zijn.